dinsdag 26 januari 2010

Ik ben niet tegen de vestiging van intensieve veehouderijbedrijven.

Uit principe en onder voorwaarden, ben ik niet tegen de vestiging van intensieve veehouderijbedrijven. Het zal u inmiddels hoop ik wel duidelijk zijn, ik ben een voorstander van “het ondernemen” in de meest ruime zin van het woord. Als een ondernemer meent dat er redenen zijn om zich bij voorbeeld met intensieve veehouderij bezig te houden moet dat naar mijn mening ook kunnen. Een ondernemer maakt zijn eigen afweging en als hij of zij denkt dat zo’n bedrijf economisch levensvatbaar is, moet dat in principe ook in Nederland, voor eigen rekening en risico, mogelijk zijn. Wil dat zeggen dat dit soort bedrijven zich dan ook maar overal kunnen vestigen? Nee, dat zeker niet. Laat er geen misverstand over bestaan, ik ben faliekant tegen de vestiging van dit soort bedrijven in onze buitengebieden. Om meerdere redenen horen deze bedrijven daar niet thuis, waarvan de milieuaspecten en de risico’s op het gebied van de volksgezondheid de belangrijkste zijn.

Intensieve veehouderij hoort dus niet thuis in de buitengebieden van Twenterand.

Ik probeer echter altijd in oplossingen te denken en indien ondernemers een economische basis denken te hebben voor dit soort bedrijven, moet gezocht worden naar mogelijkheden. Locaties met goede aan- en afvoermogelijkheden voor voedsel en afvalstoffen. Locaties die geen overlast veroorzaken aan mens en milieu in buurt- en leefgemeenschappen, kernen, dorpen en steden. Een goede locatie zou bijvoorbeeld de Maasvlakte zijn. Deze nieuw ontwikkelde stukken land voor de kust van Rotterdam zijn bij uitstek geschikt voor bedrijven en industrie, die in ons dichtbevolkte Nederland voor problemen kunnen zorgen. Denk aan de olieraffinaderijen en de petrochemische industrie. Maar windmolenparken en ook “varkensflats”zouden zich hier zonder problemen kunnen vestigen. Tevens is dit voor deze twee soorten van bedrijven ook economisch de meest gunstige vestigingsplaats. De wind is voor de kust het meest krachtig en waait vrijwel het hele jaar door en het voedsel voor de mega-bedrijven komt per schip de Rotterdamse haven binnen. De mest kan ook weer per schip naar plaatsen worden afgevoerd, waar behoefte is aan meststoffen voor de ontginning van land, zoals bijvoorbeeld in Afrika. Over korte lijnen en weinig overlast gesproken. Ook de behuizing van varkens over meerdere etages hoeft geen enkel probleem te vormen. Mits men zich maar houdt aan de regelgeving op het gebied van dierenwelzijn. Deze regels zijn in Nederland de strengste van de hele wereld. Voor de varkens maakt het echt niet uit of ze op de begane grond of op vierhoog leven. De mens staat nog steeds bovenaan de voedselketen, hoewel je soms wel eens het idee krijgt dat dit is veranderd. Maar in de buitengebieden horen dit soort intensieve veehouderijbedrijven dus niet thuis. Dat heeft de bevolking van Twenterand de politiek ook duidelijk laten blijken. Het was indrukwekkend om te zien hoe de stichting Vrom? er in is geslaagd dit onderwerp onder de aandacht van de politiek en de media te brengen. Zo hoort het dus en zo dient de democratie te werken, dat is burgerinitiatief zoals het bedoeld wordt.. Omdat ik ook graag de juiste standpunten van de stichting wilde weten heb ik persoonlijk gesproken met de heren Veldhuis en Bouma van de genoemde stichting. Ik ben onder de indruk van de kennis en de bevlogenheid die men heeft voor dit onderwerp en de tijd die men hieraan besteedt. Inmiddels geeft de stichting adviezen over dit onderwerp in meerdere plaatsen in Nederland.

Wat dan wel in onze buitengebieden?
De agrarische (familie)bedrijven in de buitengebieden van Twenterand dienen, met als uitgangspunt de grondgebondenheid, ruimte te krijgen voor een gezonde bedrijfsuitoefening. Er zal echter een evenwicht gevonden moeten worden tussen deze ontwikkelingen, de “Rood voor Rood”-regeling met als gevolg de vestiging van particulieren op het platteland (met en zonder kleinschalige bedrijvigheid) en de behoefte tot de ontwikkeling van bedrijventerreinen.

De gemeente Twenterand moet echter de regie over de invulling van de Landbouw Ontwikkelings Gebieden zo veel mogelijk in eigen hand houden en heeft hiervoor een aantal instrumenten tot haar beschikking. De Wet op de ruimtelijke ordening en de Reconstructiewet bieden mogelijkheden om te sturen in de mate waarin en de wijze waarop nieuwvestiging en uitbreiding van veehouderijbedrijven in bepaalde gebieden kan plaatsvinden. Er zijn echter nog diverse andere mogelijkheden waarop de gemeente baas in eigen buitengebied kan blijven. Ik ben van mening dat de gemeente alle mogelijkheden moet benutten om de besluitvorming in eigen hand te houden met als doel de vestiging van dit soort mega veehouderijbedrijven in het buitengebied van Twenterand te voorkomen.

De VVD is vertegenwoordigd in de Provinciale Staten, in de Tweede Kamer en in Europa. Uw stem telt dus ook over de gemeentegrenzen heen. Kies een ondernemer in de raad. Kies dus Chris Walraven. Stem VVD, lijst 7 plaats 3.DOEN!

2 opmerkingen:

  1. Geachte heer Walraven,

    Ik heb met belangstelling uw verhaal over de LOGS gelezen. Zit veel in en ik hoop dat de gemeente haar mogelijkheden optimaal zal benutten om de komst van dit soort bedrijven tegen te gaan. Desnoods tot aan de raad van State. Ondanks de VVD vertegenwoordiging in de Provincie heb ik daar niet zo veel vertrouwen in. Laten we het zelf regelen zoals u ook aangeeft. Succes met uw campagne, Ik hoop dat als u gekozen wordt u net zo actief zult blijven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het doet mij deugd dat ook u als VVD'er weliswaar agrobedrijven de ruimte wilt geven maar niet ten koste van het landschap. De paradox met de EHS en de LOG's is dat het op zich een goede zaak is dat men met de EHS grote aaneengesloten natuurgebieden wil creëren omdat veel dieren die grotere 'biotoop' nodig hebben om te kunnen overleven en uitbreiden, maar de boeren die daarvoor weg moeten wil men in LOG's stoppen die vaak in landelijke buitengebieden zijn gelegen met buurtschappen etc., waar bewoners niet vrolijk van worden van al dat zware verkeer over de landweggetjes, wandelende en fietsende toeristen die van de sokken worden gereden door de zware vee- en voerwagens, en het landschap dat er met megagebouwen niet op vooruit zal gaan.

    Dus inderdaad plaats echt grote agro-bedrijven dan in landschappen met een infrastructuur qua weg/spoor/water die erop is berekend en waar je landschappelijk weinig schade kunt aanrichten, zoals idd de Maasvlakte of Industrieterrein Moerdijk. Maar niet in buurtschapjes in OV en GL. Dat is water naar de zee dragen: dan creëer je enerzijds nieuwe fraaie landschappen met de EHS, die je met de LOG's elders in de regio weer net zo hard om zeep helpt. Dus LOG's ja mits... het past in infrastructuur en landschap.

    BeantwoordenVerwijderen