Opnieuw gaan we in de gemeenteraad praten over de plaatsing van een kleinschalig windmolenpark in onze gemeente. Juridisch interessant, om een standpunt van een democratisch gekozen raad onvoldoende beargumenteerd te vinden, waardoor dit onderwerp nog een keer op de agenda moest worden geplaatst. De voor- en nadelen van windenergie zijn reeds diverse keren de revue gepasseerd en de clichés kunnen weer van stal worden gehaald. Het blijft een turbulent onderwerp waar zelfs de wetenschappers niet eenduidig over oordelen. Ik wil het in mijn blog dan ook niet hebben over deze zaken maar een heel andere kant van de zaak belichten. De opmerking van Hans Zebel van de PvdA, dat de tegenstanders van windenergie in Twenterand geen andere argumenten hebben dan “We vinden ze niet mooi” is overigens wel heel kort door de bocht, dus ik hoop dat hij mijn blog leest.
Bedrijven hebben ingespeeld op de geboden mogelijkheden van het rijk en maken dankbaar, maar volkomen terecht, gebruik van de subsidie mogelijkheden om kleinschalige windparkjes te plaatsen. In vrijwel alle 430 gemeenten in Nederland hebben zich bedrijven, zoals de Raedthuysgroep gemeld om deze parkjes te plaatsen. Deze bedrijven draaien over het algemeen heel goed. Maatschappelijk doet men het goed want je bent betrokken bij het milieu en dus kennelijk een maatschappelijke ondernemer. Je marges zijn zo groot dat je anderen ook makkelijk een stuk van de taart kan geven en je houdt als bedrijf ruim voldoende over om zeer winstgevend te opereren. Natuurlijk kan dit alleen omdat er een forse subsidie wordt verstrekt, maar dat je daar van probeert te profiteren is voor mij geen enkel probleem. Ook beconcurreren dit soort bedrijven elkaar en bieden zelfs tegen elkaar op, de landeigenaren hebben hier natuurlijk geen enkel bezwaar tegen. De subsidie is echter eindig, maar voor bedrijven die een aanvraag hebben lopen bij een gemeente blijft het recht op deze subsidie bestaan, ongeacht de duur van de gunningprocedure. Vandaar ook de vasthoudendheid van deze bedrijven, zoals in dit geval de Raedthuysgroep. Ik ben een voorstander van het vrije ondernemerschap en het voor eigen rekening en risico ondernemen, maar zodra er heel veel gemeenschapsgeld mee is gemoeid komen er ook andere zaken bij kijken waar rekening mee gehouden moet worden. Er wordt handel gedreven met gemeenschapsgeld en dan gelden er toch ook andere criteria.
Maar het draait uiteindelijk natuurlijk allemaal om het rendement, een beladen woord dat in de discussie over windenergie heel vaak naar voren komt. Naar mijn mening moeten we het dan wel hebben over het rendement van alle betrokkenen, de subsidiegever, de subsidienemer, de boeren die jaarlijks zo’n 20.000,= euro plus per jaar ontvangen voor de verhuur van een stuk land, de energiemaatschappij, de producenten van windturbines en andere benodigde randapparatuur, de grondwerk- en montagebedrijven, de gemeente maar vanzelfsprekend ook het rendement van de energieverbruiker zelf.
De conclusie is snel gemaakt, vrijwel iedereen profiteert er ruim voldoende van als er kleine windmolenparkjes worden geplaatst alleen de energieverbruiker, die uiteindelijk de prijs moet betalen wordt te kort gedaan en profiteert onvoldoende. Dat kan ook niet anders aangezien alle andere belanghebbenden er financieel van profiteren gaat dit natuurlijk ten koste van de prijs die de consument voor zijn kw/h moet gaan betalen. Iemand moet uiteindelijk de rekening betalen, ik geloof hier niet in een situatie waarbij er alleen maar winnaars zijn. Links of rechts om, de rekening komt terecht bij de consument en/of de belastingbetaler. Maar zelfs dan zou zo’n windparkje, met de kennis van de huidige technologie, best nog beperkt rendabel kunnen zijn en mogelijk een geringe bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van de CO2. Ik ga hier op dit moment niet over discussiëren en laat dit graag over aan mensen en organisaties die hier veel meer verstand van hebben. Maar stel nu eens dat, moeten we dan genoegen nemen met zo’n beperkt rendement, zijn er geen betere oplossingen die leiden tot een veel hoger rendement en dus uiteindelijk voor de eindverbruiker lagere kosten?
Ja, die zijn er en we moeten dus geen genoegen nemen met dit te kleine rendement want het kan anders en veel beter. We zien tegenwoordig toch ook geen antennes meer op de daken voor de ontvangst van televisie? In iedere gemeente een park is geen oplossing maar wordt een misplaatste uiting van een gemeenschappelijke betrokkenheid bij het milieu. Een te duur excuus dat ook nog zorgt voor maatschappelijke onrust.
Ik ben van mening dat er zeker ingesprongen moet worden op de bronnen van duurzame energie maar dan wel op een wijze die echt het hoogste rendement op levert. Dus (grootschalige) windmolenparken op plaatsen waar het altijd voldoende waait, in zee of langs de kust. Drie kwart van onze aarde bestaat nota bene uit water. Dit heeft ook mijn voorkeur boven de elf, door het rijk, aangewezen plaatsen verspreid over Nederland voor grotere windparken.
Zonnepanelen horen op plaatsen waar altijd de zon schijnt zoals de Sahara, waar honderden vierkante kilometers beschikbaar zijn, zonder dat er mensen leven. Op deze plaatsen spreek je echt over het hoogste rendement en heb je geen of veel minder last van neveneffecten. Kernenergie is voor mij ook zeker een optie en biovergisting is, zeker voor Twenterand, een reële optie om de eis van 20% reductie te halen. De technische ontwikkelingen gaan razendsnel en de rendementen gaan met sprongen omhoog. Ik onderschrijf natuurlijk de noodzaak voor duurzame energie maar roep op om te gaan voor duurzame energie op plaatsen waar echt het hoogste rendement kan worden behaald. Dat is voor wat wind en zonne-energie betreft voor mij, grootschalig en op de meest rendabele plaatsen. Dat is voor deze twee vormen van duurzame energie in mijn ogen dus niet de gemeente Twenterand. Indien blijkt dat onze gemeente niet kan voldoen aan de gestelde eis van 20% kan misschien gekeken worden naar deelname of betrokkenheid in vormen van duurzame energieopwekking door derden.
Maar de sleutel tot een snelle realisatie van de 20% reductie hebben we, voor en tegenstanders van de windmolens in de Oosterweilanden, voor een deel ook zelf in handen door zuiniger met de beschikbare energie om te gaan. Laten we daar nu eens mee beginnen.
zondag 26 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten