De KNZB heeft een nieuw zwembadconcept ontwikkeld: ‘2521 gewoon zwemmen’, waarin de zwemverenigingen centraal staan. Het gaat om het sport- en leszwemmen, dus voor bubbelbaden, sauna’s en glijbanen is geen plaats. Koppert + Koenis Architecten ontwierp een basiszwembad dat zowel in aanleg als in exploitatie veel goedkoper is dan de luxe publieksbaden.
De VVD Twenterand wil dit concept als alternatief voor De Stamper in Vriezenveen inbrengen in de discussie over de zwembaden. De Stamper is afgeschreven en verouderd dus er zal flink in geïnvesteerd moeten worden. Dan moet je natuurlijk ook bekijken of nieuwbouw geen optie is? Privatiseren is een modewoord dat heel vaak door de politieke partijen, ook door de VVD, gebruikt wordt met betrekking tot De Stamper. Maar we moeten wel reëel zijn, is privatiseren geen illusie? Is er wel een commerciële partij te vinden die iets met De Stamper wil zonder dat dit ons heel veel geld gaat kosten? Dit zijn allemaal vragen waar we binnenkort een antwoord op moeten vinden. Daarom is dit concept zeker de moeite waard om eens nader bekeken te worden volgens mij. De KNZB is de moeder van de 440 zwemverenigingen in ons land maar op dit moment is er gewoon te weinig zwemwater beschikbaar voor de verenigingen. Deze analyse publiceerde de zwembond in 2009 in het Masterplan Accommodaties: ‘Gezocht Water.’ In de huidige publieksbaden zijn zwemverenigingen vaak een ondergeschoven kindje. Een commerciële exploitant stelt het bad op gunstige tijden liever open voor publiek, waardoor de verenigingen alleen ’s ochtends heel vroeg en ’s avonds heel laat terecht kunnen. Wat zijn eigenlijk de grote klanten van een zwembad? Enerzijds zijn dat de verenigingen, anderzijds de zwemlessen en op de derde plaats de banentrekkers. De gewone publieke openingsuren zijn niet de uren waarop een zwembad het meest rendeert. Het zijn juist die vaste groepen, de stabiele gebruikers, die het leeuwendeel van de exploitatie financieren. Met ‘2521 gewoon zwemmen’ gaat de KNZB uit van die stabiele gebruiker. Bubbelbaden, glijbanen en al die dingen eromheen maken het zwembad wel aantrekkelijker, maar ze worden tachtig procent van de tijd niet gebruikt en drukken wel zwaar op de exploitatie. Je moet de zwemverenigingen vergelijken met andere sportverenigingen. Het is heel normaal dat hockeyverenigingen, voetbalverenigingen en tennisverenigingen hun eigen accommodatie hebben en beheren. Daarom heeft de KNZB in samenwerking met Koppert + Koenis een zwembad ontwikkeld dat juist gericht is op de exploitatie door een zwemvereniging. In de reguliere baden staan de accommodatie en de exploitant centraal. Ook is een regulier zwembad altijd opengesteld voor publiek en dat brengt zware personeelslasten met zich mee. Bij een sporthal moet je als gebruiker toch ook je eigen trainer meenemen? De meeste sportverenigingen weten niet beter. Wat de KNZB nu heeft ontwikkeld is gewoon een zwembad, niets meer en minder. De cijfers 2521 staan voor de afmetingen. De lengte van 25 meter kan variëren en de breedte van 21 meter is gelijk aan acht banen. Het grote voordeel van het nieuwe bad ten opzichte van de publieksbaden is geld. Als je het op de achterkant van een sigarendoosje uitrekent, kost het aanleggen van een regulier 25 meterbad met acht banen ongeveer zes miljoen euro. Dit nieuwe bad kost ongeveer vier miljoen euro. De meeste winst zit echter in de exploitatiekosten. De gemiddelde levensduur van een zwembad is ongeveer 25 jaar. Het exploitatietekort van een regulier bad is ongeveer 400.000 euro tegenover 100.000 euro voor het 2521 gewoon zwemmen-bad.
Naast de financiële voordelen levert het de verenigingen ook gunstigere zwemtijden op. De verenigingen kunnen trainen op het moment dat het uitkomt en daardoor kun je veel efficiënter van het bad gebruik maken dan in het verleden is gebeurd. Ook zitten er nog milieuvoordelen aan dit bad, het is technisch hoogstaand en energiezuinig, bijna klimaatneutraal. Volgens een nieuwe formule kan het in de helft van de tijd worden gebouwd. De KNZB is inmiddels in gesprek met 32 gemeenten over de aanleg van een 2521 gewoon zwembad. Er zijn diverse beheersvormen mogelijk waarbij mijn voorkeur uit gaat naar een stichting waarin gemeente en verenigingen in participeren, maar er zijn natuurlijk ook andere vormen mogelijk. Ik ben erg enthousiast over dit concept maar we kunnen als politieke partij niet meer doen dan dit idee aandragen, we zijn geen zwembadbouwers. De zwemverenigingen in Twenterand moeten beslissen of zij dit concept ook willen omarmen en er daarna samen met de KNZB mee aan de slag gaan. De VVD zal ze hierbij van harte ondersteunen. En voor de meer recreatieve baden, met de glijbanen, de whirlpools en de sauna’s? Dat laten we over aan de commerciële exploitanten want daar hoeft volgens ons geen gemeenschapsgeld naar toe.
woensdag 23 maart 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten