woensdag 27 februari 2013

Integer handelen niet ter discussie

Het debat over de samenwerking tussen de gemeente en SWT, aangevraagd door de Christen Unie is van de agenda gehaald. Dus integer handelen staat (vanavond) niet ter discussie. Mogelijk dat dit onderwerp in een volgend debat nog aan de orde komt, maar zeker is dat natuurlijk niet. Ik heb hier in mijn vorig blog al wat over op papier gezet en ik had inmiddels mijn inbreng over dit onderwerp in het geplande raadsdebat ook al voorbereid. De strekking van mijn inbreng wil ik u niet onthouden. Daar laat een blog zich goed voor gebruiken en het stuk lag er toch al.

De Christen Unie heeft een tijdje terug vragen gesteld over een onderwerp dat ook bij mij vragen opriep. De door de CU gestelde ambtelijke vragen waren duidelijk en de antwoorden van de portefeuillehouder waren ook niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. De portefeuillehouder heeft bewust gekozen om de beantwoording volgens de artikel 40 procedure te laten plaatsvinden.
Ik ben geschrokken van deze beantwoording, onbevoegd en ongemandateerd handelen is een smet op de politiek en dus op ons allemaal. Ik neem aan dat alle partijen het hierover in principe met mij eens zullen zijn. Dat had ik ze expliciet, inclusief de fractie van GBT, in het debat ook graag willen vragen. Het is evident dat de raad de toenmalige verantwoordelijke wethouder van GBT niet meer ter verantwoording kan roepen. Hij heeft, via de media, overigens gereageerd dat hij hierover niets meer wil zeggen en dat recht heeft hij ook. Hoewel formeel nu dus verantwoordelijk, was ik zeker ook niet van plan de zittende wethouder te vragen hier zijn consequenties uit te trekken.

De CU heeft deze zaak opgepakt en ik steun daarin deze partij. Ook mijn partij heeft integer handelen hoog in het vaandel staan. Als er twijfels zijn over de integriteit of integer handelen van personen moeten we hier echter wel heel zorgvuldig mee omgaan. Natuurlijk is de schijn van belangenverstrengeling al een reden dit ter discussie te stellen, maar helaas is dit vaak lastig te bewijzen. Ik heb in een van mijn blogs, al voor de installatie van de heer Elzinga als raadslid, vragen gesteld met betrekking tot zijn betrokkenheid bij een van onze grootste subsidienemers. De geloofsbrieven zijn echter akkoord bevonden en hij is volgens de regels geïnstalleerd. Je kunt het hem vervolgens niet kwalijk nemen dat hij alles doet wat volgens hem in het belang is van de instelling waar hij directeur is. Dat dit mogelijk de schijn van belangenverstrengeling zou kunnen oproepen valt daarbij echter niet altijd te vermijden. Dit is een grijs gebied waar de grenzen niet heel duidelijk zijn te trekken. Zoals gezegd, integer handelen is voor mijn partij een vanzelfsprekendheid, hoewel binnen mijn partij zeker niets menselijks ons vreemd is. Helaas liggen de voorbeelden hiervan nog vers in mijn geheugen. Voor mij zijn de feiten genoemd in de antwoorden van de wethouder echter een incident en een diepgaand onderzoek is naar mijn mening niet echt noodzakelijk. Dit zou de suggestie kunnen opwerpen dat hier sprake zou zijn van een structureel probleem. Daar geloof ik niet in.

Al jaren strijdt de heer Gijs van der Voet tegen de wijze waarop SWT met ons gemeenschapsgeld omgaat of beter gezegd is omgegaan, aangezien deze stichting inmiddels is opgegaan in een fusie. Gijs van der Voet is jarenlang door de verantwoordelijken binnen SWT afgeschilderd als een soort Don Quichotte en werd niet echt serieus genomen. Ik roep in herinnering zijn uitgebreide rapportage met als titel "De nieuwe kleren van de keizer." Ik heb ook de antwoorden gelezen van de heer Elzinga, als directeur van SWT, op de door de heer van der Voet gestelde vragen naar aanleiding van dit rapport. Helaas bleek hier ook niet echt uit dat hij serieus genomen werd. De gemeenteraad was feitelijk niet in staat goed te beoordelen of de vragen van Gijs van der Voet daadwerkelijk hout sneden en de raad is, naar mijn mening, hierover door de toenmalig verantwoordelijke wethouder(s) ook onvoldoende op de hoogte gebracht. Een aantal politieke partijen hebben wel getracht antwoorden te krijgen maar zijn hier duidelijk onvoldoende in geslaagd. Dat is deze partijen, waaronder ook de VVD, zeker gedeeltelijk aan te rekenen. De strijd van de heer van der Voet is overgenomen door de werkgroep Welzijn en hij is dus niet langer een eenzame strijder of een roepende in de woestijn.

Inmiddels heeft deze werkgroep een nieuw stuk gepubliceerd en naar de raad en het college gestuurd. Ook hierin staan weer een aantal aantijgingen, maar het begint op een herhaling van zetten te lijken. Ik kijk veel liever naar de toekomst in plaats van achterom, mits er natuurlijk in het verleden geen strafbare feiten zijn gepleegd. Tot op heden heb ik echter persoonlijk geen enkele reden dit te veronderstellen. Als de werkgroep Welzijn hier anders over denkt, dan zijn er voldoende mogelijkheden hun gelijk te gaan zoeken. Gelukkig leven we in een rechtsstaat. Ik betreur, dat mede door persoonlijke verhoudingen, deze zaak zich zo lang heeft kunnen voortslepen. Over subsidiegelden van meer dan 500.000,= euro per jaar zouden dit soort verschillen van mening niet mogen voorkomen. Dit doet de geloofwaardigheid van de politiek geen goed. Een directeur verwijten dat hij voor zijn bedrijf of organisatie op komt, zal ik zeker nooit doen. Integendeel zelfs, hoewel hij hiervoor natuurlijk betaald werd, heb ik hier zeker waardering voor. Ik ga er van uit dat de Beleidsgestuurde Contract Financiering de controlerende functie van de raad transparanter zal maken. Ik stel voor dat de portefeuillehouder dit laatste schrijven van de werkgroep Welzijn eens met de nieuwe directeur van de nieuwe stichting gaat bespreken. Mogelijk zijn hier lessen uit te trekken. Van fouten uit het verleden moeten we leren, dat is hier zeker van toepassing. Uiteindelijk ben ik van mening dat we als raad hier tekort geschoten zijn, in onze controlerende taak, dat mag niet meer gebeuren.

Wat mij betreft laten we het hierbij ook en gaan we geen parlementaire enquête of onderzoek uitvoeren naar het integer handelen van raads- of collegeleden. Integer handelen staat voor mij niet ter discussie en we hoeven hier dus ook geen debat over te voeren. Ik blijf iedereen vertrouwen, totdat het tegendeel bewezen is. Het is duidelijk hoe het niet moet, laten we ons bezig houden met belangrijker zaken. Die zijn er echt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten