zaterdag 1 maart 2014

Je moet met je handen van andermans spullen afblijven.

Als je over deze stelling met mensen een gesprek aangaat zal vrijwel iedereen het met dit uitgangspunt eens zijn. Helaas is de praktijk helaas anders en leven we in een maatschappij waarin dit al lang niet meer zo vanzelfsprekend is.

Koper, brons en zelfs lood zijn plotseling edelmetalen geworden die grif geld opbrengen en die je bijna overal om je heen voor het oprapen vindt. Hoewel oprapen hier wel wat eufemistisch is uitgedrukt, je moet er namelijk wel wat voor doen. Goten van kerken afslopen, beelden van hun sokkel afhalen, beveiligingssystemen bij treinen slopen en ga zo nog maar even door. Het is best werken geblazen om je spullen toe te eigenen die niet van jou zijn.

Twenterand werd een paar weken geleden opgeschrikt door het weghalen van een bronzen 4 mei monument en de verontwaardiging was terecht groot. Maar dit soort zaken komen niet alleen in Twenterand voor. Dit is inmiddels zo’n probleem geworden, dat gemeenten beelden extra gaat beveiligen of zelfs als voorzorg maar uit de openbare ruimten laat verwijderen. Ik vraag mij dan altijd af, hoelang men dit soort beelden dan gaat opslaan, wanneer is het in onze maatschappij weer veilig genoeg om deze beelden weer terug te plaatsen? Wanneer blijven mensen weer gewoon met hun fikken van andermans spullen af? Hoelang blijven deze beelden gemaakt om de omgeving te verfraaien en in sommige gevallen zelfs bedoeld als herdenkingsmonument, eigenlijk opgeslagen op een gemeentewerf? Wanneer worden ze teruggeplaatst? Volgende week, volgende maand, volgend jaar? Wanneer krijgen we onze oude normen en waarden weer terug of moeten we maar accepteren dat we de strijd verloren hebben en dat soort beelden alleen nog digitaal te bekijken zijn?

Natuurlijk heeft het feit dat koper, brons en lood op dit moment relatief veel geld opbrengen hier mee te maken, maar het is ook een kwestie van mentaliteit. We vinden het kennelijk al lang niet meer zo vanzelfsprekend dat we met onze handen van andermans spullen af moeten blijven. Vernielingen zijn schering en inslag en dat levert voor de daders in de meeste gevallen totaal geen geldelijk gewin op, het kost anderen alleen maar geld en extra werk.

Mijn partij, maar we zijn helaas niet de enige, wordt op dit moment geconfronteerd met het, op enkele plekken, continu verwijderen van de aangebrachte posters voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Deze posters worden geplakt en extra vastgeniet op de daarvoor door de gemeente speciaal beschikbaar gestelde borden die in openbare ruimten staan opgesteld. Hoewel hier natuurlijk ook andere zaken een rol spelen wil ik nu slechts aangeven dat het hier ook over vernieling gaat en dat je met je handen van andermans spullen af moet blijven. Daarbij komt dat 5 keer een poster plakken buiten de kosten van deze posters niet echt leuk is.

Maar posters zijn natuurlijk peanuts vergeleken met de huidige beeldenstorm, dus laten we ons daar vooral op richten. Persoonlijk weiger ik mij neer te leggen bij dit soort zaken en deze verloedering van onze maatschappij.  Om wat voor reden dan ook, je dient gewoon van andermans spullen af te blijven. We moeten dit niet gewoon gaan vinden en er de schouders over ophalen. Op mijn manier blijf ik mij verzetten tegen deze normvervaging. We moeten als samenleving nog meer laten blijken dat we dit niet accepteren, ongeacht welke politieke voorkeur we hebben, want anders is het eind echt zoek.

Beelden horen in openbare ruimten te staan en niet op een gemeentewerf.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten