Het was een lange zit de raadsvergadering van 26 september
2017 en ik heb het al eens eerder opgemerkt, je moet je afvragen of zes uur
vergaderen aan één stuk nog wel effectief is. Voor de fractievoorzitters begint een normale
raadsvergadering met de presidium vergadering vanaf 18.00 uur en gaat dan
naadloos over in de openbare raadsvergadering, die om 19.30 uur begint.
Sinds lange tijd werd het instrument vragenhalfuurtje weer
eens gebruikt en nu zelfs door drie partijen. Het vragenhalfuurtje duurde dus
ook wat langer dan 30 minuten en voordat we aan de bespreekagenda toe waren dienden
er ook nog een aantal rituelen afgewerkt te worden. Dat de voorzitter bij de
akkoordagenda alle onderwerpen één voor één behandelde is mogelijk formeel
juist, maar volgens mij deden we dit in het verleden toch wat anders, waardoor
we over deze onderwerpen in één keer een besluit konden nemen. Annelies weet
echter waar ze het over heeft, dus ik ga er van uit dat dit de juiste procedure
is. De VVD had vragen over de toezegging
van wethouder van Abbema het programma van eisen voor het nieuwe zwembad met de
raad te delen. Duidelijk werd dat de VVD en de wethouder verschillend denken en
blijven denken over het begrip ‘delen’. De VVD is van mening dat dit inhoudt dat de
raad op de hoogte wordt gebracht van zaken en daar dan ook nog iets van kan
vinden, voor de wethouder is delen, een vorm van een dictaat richting de raad
die dit dan alleen maar voor kennisgeving aan kan nemen. Voor de wethouder is delen
dus in feite uitdelen, en daar denk ik toch echt wat anders over. Een debat kun
je tijdens het vragenhalfuurtje niet voeren, dus het bleef bij de conclusie dat
we hier verschillend over denken.
De rol van wethouder Ben Engberts rond de aanvraag van de
gemeente Ommen om een verklaring van geen bedenkingen af te geven voor de gedeeltelijke
vestiging van een IV bedrijf op het grondgebied van Twenterand is voor mij onbegrijpelijk. De wethouder had
naar mijn mening nooit de gemeente Ommen mogen aangeven dat, wat het college
van Twenterand betreft, er geen bedenkingen waren. Gezien zijn eerdere
uitspraken en mede gezien alle ophef die er over dit onderwerp in Twenterand is
geweest, had hij op 15 juli 2015
richting Ommen al moeten uitspreken, dat deze aanvraag voor de inwoners van
Twenterand en ook voor de gemeenteraad van Twenterand zeer zeker bedenkingen
zou gaan opleveren. Bovendien gaat hij hier helemaal niet over, dat is aan de raad. Het is niet de eerste keer dat wethouder
Engberts politiek onhandig opereert en ik heb hem al eens ‘de brokkenpiloot van
dit college’ genoemd en daar neem ik ook geen woord van terug. Overigens betekent brokkenpiloot niets anders dan een onhandig persoon en dat valt, ook door hemzelf, helaas niet te ontkennen. Deze wethouder, die zelf aan de wieg heeft
gestaan van de 10 voorwaarden waardoor er in Twenterand geen nieuwvestiging van
IV bedrijven meer kon plaatsvinden, had ons nooit dit voorstel mogen
voorleggen, ons mee moeten nemen in de plannen van de gemeente Ommen en ondernemer Schuttert en er direct verweer tegen moeten
voeren, desnoods tot aan de Raad van State. Dat was hij niet alleen
richting de politiek verschuldigd, maar met name ook richting de inwoners van
Twenterand. Hij had alles uit de kast moeten halen om te zorgen dat dit bedrijf
er op Twenterands grondgebied niet zou komen. Hij is zijn afspraken richting de
raad, maar met name ook richting de inwoners helaas niet nagekomen en daarmee heeft
hij de geloofwaardigheid van de politiek beschadigd. Hij ging deze keer zelfs het debat met de raad niet meer aan en legde zich bij voorbaat al neer bij de overgrote meerderheid van
de raad. Het was na de raadsdebatten van 12 september j.l. al duidelijk dat vrijwel alle partijen de gevraagde verklaring niet zouden afgegeven. Alleen de SGP bleef van mening dat zo’n bedrijf er best mag komen, zij
hadden geen bedenkingen en steunden hun eigen wethouder. Dat deze zaak een vervolg krijgt en uiteindelijk toch bij de Raad van State belandt, valt niet uit te sluiten en/of een aanvraag voor een grenscorrectie behoort zelfs ook nog tot de mogelijkheden voor de ondernemer en de gemeente Ommen. De inwoners van Twenterand en de gekozen volksvertegenwoordigers geven zich echter niet zo snel gewonnen. Zij willen geen megastallen in Twenterand en daar kan zelfs wethouder Engberts niets aan veranderen.
Dat we op de afdeling grondzaken de zaken nog niet op orde
hebben werd de afgelopen weken weer eens pijnlijk duidelijk. Volgens wethouder
Scholten hebben we ons lesje echter geleerd. Beter laat dan nooit zullen we
maar zeggen, maar wederom heeft dit lesje ons veel gemeenschapsgeld gekost.
Buiten een eerdere rechtsgang naar de Raad van State, heeft ons dit de
afgelopen periode 267.500 euro extra gekost en zeker is dat er van de
ingediende claim van 173.500
in ieder geval een gedeelte wordt betaald of wordt
verrekend. We kunnen niets terug draaien en laten we hopen dat ook de nog
steeds slepende rechtszaken over grondtransacties, snel afgesloten kunnen
worden. Dat echter ook hier het de gemeenschap veel geld heeft gekost en ook
nog gaat kosten, staat voor de VVD vast. Al met al, zowel qua imago als
financieel, moeten we hier spreken van een groot verlies. Dat er problemen
waren m.b.t. de dagelijkse gang van zaken op en rond de afdeling grondzaken was
al veel langer duidelijk en de rapporten legden dit pijnlijk bloot. Dat deze
problemen zo hardnekkig blijken te zijn, is diep triest en ook verwijtbaar aan
de verantwoordelijken, ook de politieke of zelfs met name de politieke. Ik vraag mij af of het achteraf wel verstandig is geweest, om vanaf
het ontstaan van de gemeente Twenterand tot aan heden, alleen maar wethouders
voor de afdeling grondzaken te benoemen van eenzelfde politieke kleur. Maar ook
daar kunnen we nu niets meer aan veranderen, een aantal politiek betrokkenen is
niet langer in functie en gedane zaken
nemen geen keer. We kunnen er alleen voor zorgen dat alles in het werk wordt
gesteld, dat dit soort omissies in de toekomst worden voorkomen, of zo goed
mogelijk worden voorkomen. De huidige politiek verantwoordelijk wethouder, ook
van CDA huize, heeft ons dus aangegeven dat de lessen geleerd zijn en de
VVD heeft geen reden aan zijn woorden te twijfelen, hoewel hij in deze zaak
beslist ook steken heeft laten vallen. Dat de motie over
een handhavingszaak ingetrokken werd, was verstandig zeker nadat de wethouder
toegezegd had, na een kleine wijziging in de tekst, deze motie over te willen
nemen. Er was wat verwarring of er in deze zaak nu wel of niet een officieel verzoek
tot handhaving was ingediend. Aan die verwarring wil ik graag een eind maken,
want op 2 augustus 2016 is er door zeven
buurtbewoners een verzoek tot handhaving ingediend, maar helaas is daar door de
gemeente geen actie op ondernomen. Dat kan en moet dus anders, laat daar geen
misverstand over bestaan, maar ook dat valt onder de uitspraak van de wethouder:
’Lessons learned.”
Dat er door het CDA op het moment dat de
presidium-vergadering al bijna een half uur bezig was nog een motie werd
gedeeld, via een mail was natuurlijk hoogst ongebruikelijk. Je ontneemt de partijen op deze wijze over zo’n
motie overleg te voeren met de (steun)fractie en mede daarom hebben we met
elkaar andere werkafspraken gemaakt. Hoewel uitzonderingen de regel bevestigen
had dit hier beslist anders gekund en ook gemoeten. Vanaf het debat over dit onderwerp
op 13 september 2016, wist het CDA al dat zij met een motie of amendement zouden
komen of mogelijk zouden komen. Naar mijn mening had men dus ruimschoots de tijd,
dit niet alleen binnen de eigen fractie en de twee andere coalitiefracties te bespreken
maar ook om via de griffie uit te laten zoeken of het een amendement of een
motie zou moeten worden. Nu kregen we als raad een motie voorgeschoteld waar we
ons voor moeten schamen, niet alleen door de met de pen gewijzigde inhoud, maar
ook door het aantal storende doorhalingen van logo’s van partijen. Dit is geen visitekaartje
voor de wijze waarop we als raad willen opereren. Dat deze motie niet goed
overdacht was, bleek ook uit de reactie van de wethouder en de poging van
indiener Wessels om er nog een draai aan te geven, was eigenlijk aandoenlijk,
maar politiek natuurlijk totaal nietszeggend. Hij gaf aan de motie wel in te willen
trekken als de wethouder een duidelijke toezegging zou doen en dat deed de wethouder dan ook. De wethouder deed de toezegging wel te willen onderzoeken of er m.b.t. de
parkeerplekken aan de openbare weg, als fase 2 C aan de orde komt, een andere oplossing mogelijk is, zonder dat dit ten koste gaat van het aantal geplande woningen. Dit is
weliswaar een toezegging, maar het houdt inhoudelijk natuurlijk vrijwel niets
in. Als fase 2 C aan de orde komt, is een antwoord zoals; "We hebben het onderzocht maar het is niet mogelijk' al voldoende en wie dit dan onderzocht heeft en welke belangen hij of zij bij deze plannen heeft speelt kennelijk geen rol. Dus is het een toezegging van niks en de wethouder kon deze toezegging dan ook rustig doen en op deze wijze kon de indiener zijn gezicht nog enigszins redden. Volgende
keer de zaken toch maar wat beter voorbereiden lijkt mij een goed advies en scheelt bovendien vergadertijd.
Aan het begin van de nieuwe dag sloot onze burgemeester de
vergadering en met recht was het een lange zit, die door de vele schorsingen voor de kijkers thuis niet altijd boeiend was. Als er mensen zijn blijven
zitten, heb ik daar veel bewondering voor. De sfeer in de raad was gelukkig
goed en de besluiten waren helder. Voor mij persoonlijk nog drie raadsvergaderingen
te gaan, maar ze hoeven wat mij betreft dus echt niet zo lang te duren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten