Ik ben nu zo’n beetje een jaar, min of meer actief, bij de politiek betrokken en geef gevraagd en ongevraagd mijn mening op uiteenlopende zaken. Dat doe ik o.a. via dit blog waarbij ik altijd wel probeer mijn standpunten door middel van argumenten kracht bij te zetten en het gaat mij niet om de personen maar om waar deze personen voor staan. Dat niet iedereen het met mij eens is, vind ik alleen maar heel erg gezond en inhoudelijke reacties zijn altijd van harte welkom. Marijke, Anna, Gerald, Theo en anderen, ga vooral zo door.
Ook onze gekozen volksvertegenwoordigers liggen nogal eens onder vuur en zijn regelmatig onderwerp van gesprek en niet alleen in mijn blogs. Dat is te verwachten en dit weet je van te voren, het hoort er een beetje bij en tenslotte kies je daar zelf voor. Als raadslid en zeker als fractievoorzitter van een partij wordt er regelmatig gereageerd op standpunten die men namens een partij naar buiten brengt. Maar zolang het gaat over de inhoud is hier ook helemaal niets mis mee, als het maar geen vuilspuiterij wordt. Overigens is het verwoorden van gemeenschappelijke standpunten van een partij niet alleen voorbehouden aan fractievoorzitters, althans zo is dat binnen mijn partij. Dat iedereen binnen onze partij vrij is, om er zijn of haar eigen mening op na te houden, is één van de uitgangspunten van de VVD. Dat hier dan soms kritisch op wordt gereageerd is echter vanzelfsprekend en vormt geen enkel probleem.
Het afgelopen jaar heb ik echter gemerkt dat in de gemeenteraad van Twenterand niet iedere fractievoorzitter op een, voor mij althans, juiste wijze om kan gaan met inhoudelijke kritiek op partijstandpunten. Een aantal malen is mij opgevallen dat een zekere fractievoorzitter van een partij, laten we hem fractievoorzitter A noemen, vragen werden gesteld en zeer regelmatig werd daar door hem geen direct antwoord op gegeven. In plaats daarvan werd deze fractievoorzitter steeds zichtbaar een beetje boos en beschuldigde de vragenstellers er niets van te begrijpen, onrust te zaaien of geen ervaring te hebben. In een recente raadsvergadering ging hij, tijdens een interruptie, zelfs zo ver, andere personen aan te vallen, personen die zich op dat moment zelfs niet konden verdedigen tegen zo’n onverwachte en volledig misplaatste uitval. Voor de goede orde, het ging hier steeds om inhoudelijke of procedurele vragen en deze waren niet persoonlijk tegen hem of zijn fractiegenoten gericht.
Nu wordt fractievoorzitter A door een andere fractievoorzitter, laten we hem voor het gemak fractievoorzitter B noemen, gewezen op het feit dat er wel heel veel z.g. artikel 40 vragen gesteld worden en dat hij twijfelt aan het nut en de herkomst van deze vragen. Ook dit zijn normale en inhoudelijke vragen, zeker gezien de hoge kosten die gemoeid zijn met de beantwoording van artikel 40 vragen. Helaas ook nu reageert fractievoorzitter A weer eens geagiteerd en eist nu zelfs een openbaar excuus van fractievoorzitter B. Wat een vertoning, dit is de politiek onwaardig en er spelen op dit moment echt wel belangrijker zaken. Ik vind dit een verkeerd voorbeeld van, hoe je als politiek leider, om moet gaan met kritiek en kritische vragen. Het op hoge poten eisen van excuses, als er normale vragen worden gesteld, past niet binnen de politiek. Zeker van fractievoorzitter A, die er prat op gaat zo veel ervaring te hebben, valt mij dit tegen. De politiek wordt niet langer in achterkamertjes bedreven, de politiek is tegenwoordig open en transparant, er worden regelmatig vragen in het openbaar gesteld (niet even een telefonisch onderonsje!) en ja, je krijgt soms kritiek. Als je dat niet gewend bent, daar niet tegen kunt en je niet kunt of wilt aanpassen heb je niets te zoeken in de huidige manier van politiek bedrijven. De tijden veranderen en je moet met je tijd mee gaan. Als je dit moeilijk vindt is het misschien maar beter om plaats te maken.
Voor alle duidelijkheid ik heb persoonlijk niets tegen fractievoorzitter A, maar ben van mening dat hij op sommige momenten te impulsief handelt. Hij heeft zeker wel enig verstand van zaken maar reageert soms echt of dat hij gestoken wordt door een horzel. Dat is jammer, hij heeft dit niet nodig en misschien helpt het hem om eerst eens tot tien te tellen voordat hij gaat reageren. Ik ga er hierbij gemakshalve maar vanuit dat hij dit ook kan.
De echte namen van deze beide fractievoorzitters zijn mij natuurlijk bekend. Om de privacy van de genoemde fractievoorzitters te beschermen heb ik echter gekozen voor de initialen A en B. Iedere gelijkenis met de echte (voor)namen berust hierbij natuurlijk louter op toeval.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten