De tijden veranderen en in een razend tempo, als je als bedrijf of als organisatie daar niet adequaat op anticipeert ben je gezien en is het over en uit. Dat is de keiharde realiteit en de gevolgen van het feit dat men even een dutje heeft gedaan of even was afgeleid zie je helaas bijna dagelijks om je heen. Aandeelhouders, banken en andere geldverstrekkers van bedrijven en organisaties verwachten van de direct verantwoordelijken dat men weet wat er in hun branche gebeurt en dat men tijdig inspeelt op de veranderingen teneinde de concurrentiepositie en de dienstverlening zo optimaal mogelijk te houden. Ook een gemeente mag verwachten dat organisaties die men helpt door het verstrekken van geld, inspelen op ontwikkelingen en van mogelijke bedreigingen kansen maken. Doen deze organisaties dit niet of onvoldoende dan dient een gemeente zich af te vragen of subsidiering nog wel aan de orde kan zijn. Dit doen banken en andere geldverstrekkers bij bedrijven ook, dus dit is volkomen logisch en een verplichting naar de inwoners, want het is tenslotte wel gemeenschapsgeld.
De rol van de VVV in ons land verandert sterk en ik kan mij helaas niet aan de indruk onttrekken dat niet iedere plaatselijke of regionale VVV afdeling op een juiste wijze omspringt met deze veranderende omstandigheden. De komst van het internet heeft er toe geleid dat de toerist vanuit zijn luie stoel en achter zijn monitor, ruim van te voren, gaat uitzoeken hoe en waar hij zijn vakantie gaat doorbrengen. De toerist is ook mondiger geworden en neemt via zijn computer of smartphone vaker rechtstreeks contact op met de ondernemer om zijn of haar vragen te stellen. Daar heeft hij helemaal geen hulp meer bij nodig, dat doet hij zelf en dat vindt hij nog leuk ook.
De goede recreatieondernemers spelen in op deze nieuwe ontwikkelingen, (zij moeten wel anders is het over en sluiten) en gaan aan de slag op internet en melden zich, al dan niet georganiseerd, aan als standhouders op vakantiebeurzen. De ondernemers in de recreatiebranche zoeken voortdurend creatief naar mogelijkheden om klanten te werven en zien de voordelen van (regionale) samenwerking. Er ontstaat steeds meer rechtstreeks contact tussen de toerist en de recreatieondernemer zelf en voor de VVV is er in dit voortraject steeds minder plaats. Het is natuurlijk ook niet voor niets dat plaatselijke VVV's bij bosjes hun deuren (moeten) sluiten. In Zeeland, Groningen, Friesland en Drenthe zie je bijna geen VVV meer. In Ommen, toch de recreatie gemeente bij uitstek, sluit de VVV zelfs nu ook haar deuren. Voor deze ontwikkelingen moeten we de ogen niet sluiten en we kunnen dit niet af doen door te zeggen dat dit bij ons niet gebeurt. Dat is struisvogelpolitiek en daar doe ik niet aan mee.
Onze gemeente geeft jaarlijks zo rond de 45.000,= euro subsidie aan de plaatselijke VVV en ik maak mij als (mede)geldverstrekker zorgen over de rol van onze VVV in ons speerpuntbeleid recreatie en toerisme. Dat we als gemeente het toerisme moeten ondersteunen en dat toeristen voor onze gemeente heel belangrijk zijn dat onderschrijf ik voor 100%. Ik wil echter wel zeker weten dat de subsidiegelden op een juiste wijze worden ingezet om daadwerkelijk zo veel mogelijk toeristen naar Twenterand te halen. Daar heb ik binnen de huidige opzet, dus zo mijn twijfels over en ik vraag mij hardop af of onze subsidieverstrekking aan de VVV nog wel voldoet aan deze doelstelling. Het subsidiëren van een winkel in streekproducten kan toch niet de bedoeling zijn? Deze opmerking is mogelijk op dit moment nog iets te voorbarig maar geeft wel duidelijk weer wat de toekomst ons gaat brengen als we niets doen en deze situatie laten voortbestaan. Is er voor de plaatselijke VVV dan helemaal geen rol meer weggelegd in Twenterand? Natuurlijk wel! Ik ben namelijk voorstander van een nieuwe organisatie waarin de recreatieondernemers en de VVV samen één toeristisch bureau vormen. De taken binnen deze nieuwe organisatie zullen verdeeld moeten worden waarbij er in mijn visie voor de VVV een rol als gastheer is weggelegd. De gemeentelijke subsidie zal niet langer uitsluitend naar de VVV moeten gaan, maar verstrekt moeten worden aan dit nieuwe toeristisch bureau en zij zullen de subsidiegelden op een juiste wijze moeten verdelen over de verschillende afdelingen binnen dit toeristisch bureau. De gelden zullen o.a. verdeeld moeten worden tussen de afdeling marketing en de afdeling "gastheerschap". Dit vergt van onze plaatselijke VVV echter een omslag in het denken over toerisme want zij zullen een andere en minder prominente rol gaan spelen in deze nieuwe structuur. Tevens zal de VVV meer als ondernemer dan als bestuurder moeten gaan functioneren en dat zal allemaal best even wennen zijn, maar de VVV moet dit niet zien als een bedreiging, maar juist als een kans. "Out of the box" denken is nu echt geboden. Deze kans moet de VVV grijpen anders zie ik de toekomst van de VVV ook in Twenterand, somber tegemoet. Er wordt binnenkort, een convenant gesloten tussen de Twentse Hooilanden, de VVV en de gemeente, dat is een eerste stap en een felicitatie waard. Ik ben echter van mening dat we verder moeten gaan dan alleen dit convenant. De volgende stap is het oprichten van een platform toerisme met daarbij bijvoorbeeld ook de Kamer van Koophandel, aangevuld met plaatselijke ondernemersverenigingen, dorpsraden, horeca, onze cultuurmakelaar, etc. etc. Uiteindelijk moeten we komen tot één toeristisch bureau Twenterand waarin echt wordt samengewerkt om zo veel mogelijke toeristen in Twenterand de vakantie van hun leven te kunnen bieden. Samenwerken doe je vanuit een gemeenschappelijk belang en dat kan alleen als alle neuzen dezelfde kant op staan en daar heb je zelfs geen convenant voor nodig. Dat moet je echter wel willen.
donderdag 15 maart 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten