Ik kies er bewust voor, om de bijdrage van de VVD in de eerste termijn van een agendapunt vooraf op mijn IPad te zetten. Niet zozeer omdat ik mijn verhaal niet uit mijn hoofd zou kunnen doen, maar veel meer omdat er aan de inbreng in eerste termijn een tijdslimiet is verbonden. Je krijgt maar drie of vijf minuten om je politieke standpunten naar voren te brengen. Aangezien ik alle argumenten, die voor de VVD belangrijk zijn, in dit tijdsbestek naar voren wil brengen en niets wil vergeten, kies ik voor deze benadering. Bijkomend voordeel is dat je ook vooraf nog eens rustig kunt nalezen of je hierin bent geslaagd en of de inbreng de mening van de VVD juist weergeeft.
De VVD was niet tevreden over de wijze waarop wethouder Koster is omgesprongen met de plotselinge verhuizing van SPT en had aanmerkingen op de gevoerde strategie bij de informatie voorziening. Op 31 januari 2012 was mij door de directeur van De Klaampe namelijk persoonlijk al medegedeeld dat SPT plaats ging maken voor de tandartsenpraktijk. In een debat van 7 februari 2012 werd dit op vragen van de VVD hierover door de wethouder echter niet bevestigd, sterker nog, het werd feitelijk ontkend. De twee partijen die op dat moment het debat voerden met de wethouder, CDA en VVD, werden beiden zoals ik het noemde "op het verkeerde been" gezet. Ook met de beantwoording van onze schriftelijke vragen over dit onderwerp waren wij niet tevreden. De wethouder gaf in de beantwoording aan, het eigenlijk anders bedoeld te hebben dan wat hij daadwerkelijk gezegd had. Daar kunnen wij als partij natuurlijk geen genoegen mee nemen, want dan wordt het voortaan wel heel lastig om iemand aan te spreken op zijn of haar uitlatingen. Ook hier was de beantwoording wel heel erg onduidelijk en feitelijk weer niet juist. "Hiermee bedoelde de wethouder huurders waarvan hem bekend was dat deze de huur hadden opgezegd, niet zijnde SPT". Ik heb herhaaldelijk aangegeven dat er slechts twee partijen de huur hadden opgezegd, namelijk SPT en SWT, maar in dit antwoord wordt toch duidelijk de suggestie gewekt dat er buiten SPT nog andere partijen (meervoud!) waren. In mijn eerste termijn heb ik het CDA gevraagd of zij ook het gevoel hadden in het debat op het verkeerde been te zijn gezet. Zij gaven aan, dat ook zij een andere voorstelling van zaken hadden gekregen in het debat van 7 februari 2012 met wethouder Koster, over het onderdeel exploitatie plus. Ook tegen het punt van de VVD, dat het hier dus wel degelijk ging om SPT, ondanks dat de wethouder dit in zijn beantwoording feitelijk ontkende, was geen speld tussen te krijgen. Het feit dat men bij het opzeggen van een huurcontract, gehouden wordt aan de voorwaarden in een huurcontract, wil natuurlijk niet zeggen dat deze opzegging ingetrokken wordt. Ook SWT moest na de opzegging het kantoor nog enkele maanden blijven huren. Dat dit voor SPT betekende, nog vijf jaar te moeten huren, doet niets af aan de opzegging op zich. SPT had wel degelijk de huur opgezegd en heeft deze opzegging ook nimmer, mondeling of schriftelijk ingetrokken. Daarmee waren de woorden van de wethouder in het debat van 7 februari 2012, dat het hier geen partij was die de huur had opgezegd, wel degelijk feitelijk en aantoonbaar onjuist. De wethouder had dit echter anders geïnterpreteerd dan de VVD, zo verklaarde hij. Het excuus van de wethouder in het debat van 15 mei 2012, dat hij dacht dat ik het over SWT had gehad en niet over SPT, raakte ook echt kant nog wal. Overigens vertelde hij mij dit pas na afloop van de raadsvergadering van 7 februari 2012, terwijl we met z'n allen, behalve de PvdA, informeel nog even naspraken onder het genot van een hapje en een (fris)drankje. Ik ben van mening dat je deze gesprekken niet mee moet nemen in een debat en dat heb ik in mijn eerste termijn ook bewust niet gedaan. Toen de wethouder daar echter zelf over begon, heb ik aangegeven wat ik hem op dat moment persoonlijk ook al gezegd had. Ik vond deze opmerking van hem beslist ook niet ter zake doende want de tandartsenpraktijk kon qua vierkante meters nooit worden ondergebracht in de ruimte die SWT huurde. Ik adviseerde hem verder een afspraak te maken met een gehoorspecialist, een grappig bedoelde opmerking die ik dus maakte na afloop van de vergadering tijdens een informeel één op één gesprek met hem. Of dit werkelijk grappig is of niet, daar kunnen de meningen best over verdeeld zijn natuurlijk. Als de wethouder dit informele gesprek echter in een raadsdebat naar voren brengt vind ik dat dit hele gesprek openbaar moet worden en niet slechts een gedeelte. Dat heb ik dus gedaan inclusief mijn advies over zijn gehoor. Ik begrijp de opmerking hierover van de voorzitter dan ook niet zo goed, zo erg was dit toch niet? De voorzitter had misschien beter kunnen aangeven dat het de wethouder niet past om in te gaan op informele één op één gesprekken na afloop van een vergadering. Het bovenstaande verhaal was voor de fractie van de VVD de reden om dit debat met de wethouder scherp in te gaan. Het resultaat: De wethouder ging in het debat van 15 mei 2012 in ieder geval nu wel zeer uitvoerig in op de gang van zaken rond deze verhuizing en gaf ons nu veel meer informatie dan tijdens het debat van 7 februari 2012. Ik heb hem aangegeven dat hij ons deze informatie al op 7 februari j.l. had moeten geven en dat dit veel onduidelijkheid had kunnen weg nemen. Hij sprak van een verschil in interpretatie, miscommunicatie en had mij niet goed verstaan. Hoewel ik juist van iedereen hoor dat ik zeer goed te verstaan ben, accepteerde ik de nadere uitleg over de huuropzegging van de wethouder en voor ons was hiermee de kous af. Wij hadden onze punten gemaakt en onze vragen waren nu wel duidelijk beantwoord. Daar ging het ons tenslotte ook uiteindelijk om. Ook het CDA was tevreden gesteld door het antwoord van de wethouder. Einde debat zou je dus zeggen.
Maar het debat kreeg nog een vervolg. Hans Zebel, fractievoorzitter van de PvdA, vond de toonzetting van de inbreng van de VVD veel te zwaar. Als je spreekt over onjuiste informatie, geen volledige voorstelling van zaken geven en op het verkeerde been zetten, moet je volgens de PvdA kennelijk ook direct met een motie van wantrouwen gaan zwaaien, want dit zijn "politieke doodzondes". Door deze politieke consequentie hieraan niet te verbinden verliest de VVD zijn geloofwaardigheid volgens deze leidsman van de sociaal democraten. Als liberaal vind ik dat iedereen een mening mag hebben dus ook de fractievoorzitter van de PvdA, laat ik daarmee beginnen. Iedereen die bezwaren heeft over de inhoud en toonzetting van de inbreng van de VVD, krijgt de kans om daar, tijdens de vergaderingen, op te reageren. Welke consequenties wij als partij verbinden aan de antwoorden en uitleg van een wethouder, bepalen wij echter gewoon zelf. Voor ons was dit uiteindelijk geen zaak voor een motie van wantrouwen, hoewel deze gang van zaken zeker geen schoonheidsprijs verdiend. Dit hebben wij ook in voldoende mate kenbaar gemaakt. Het is zeker niet aan de PvdA om naar aanleiding van deze beslissing de politieke geloofwaardigheid van de VVD te beoordelen laat staan te veroordelen. Daar zijn wij zelf mans genoeg voor en de kiezers zullen uiteindelijk wel bepalen of en hoe geloofwaardig de VVD wel of niet is. Ik maak mij hierover totaal geen zorgen en verzoek de PvdA zich voortaan bezig te houden met haar eigen zaken, de VVD gaat namelijk gewoon over haar eigen woorden en daden. Als we te ver zouden gaan in onze teksten, is de voorzitter van de vergadering de aangewezen persoon om ons daarop te wijzen en zeker niet een fractievoorzitter van de PvdA. Dat is geen stoere taal, meneer Zebel, maar gewoon een feit. Overigens kunt u zich gewoon aanmelden om ook als voorzitter tijdens de raadsdebatten te kunnen fungeren, maar daar heeft de PvdA zich dan weer niet voor beschikbaar gesteld. Ook na het terug kijken van mijn eerste termijn blijf ik volledig achter onze inbreng staan en neem hier geen woord van terug. Ik raad de heer Zebel, maar ook de heren Smelt en Kuilder aan de video nog maar eens te bekijken en dit blog te lezen, dan zult u tot de conclusie komen dat uw reacties zwaar overtrokken waren. Indien de VVD er niet 100% van overtuigd is, dat een wethouder ons bewust en willens en wetens onjuist informeert, zullen wij hier in eerste instantie niet direct en altijd politieke consequenties aan verbinden. Wij zijn in zo'n geval van mening dat we een wethouder een tweede of misschien zelfs wel een derde kans moeten geven om alsnog volledige opening van zaken te geven. De VVD zit niet in de raad om wethouders naar huis te sturen, maar wel om volledig geïnformeerd te worden over alle onderwerpen die betrekking hebben op de belangen van de inwoners van Twenterand. Ook hier gaat het namelijk weer over gemeenschapsgelden. De VVD zal hiervoor, binnen het reglement van orde, alle noodzakelijke toonsoorten gebruiken die hiertoe zullen leiden, ongeacht de mening hierover van andere partijen, wij hebben en nemen onze eigen politieke verantwoordelijkheid. In het debat van 15 mei 2012 heeft de wethouder ons uiteindelijk kunnen overtuigen dat, van een bewust verkeerde voorstelling van zaken achteraf niet gesproken kan worden. Wel had de uitleg van de wethouder in eerste instantie vollediger en zeker duidelijker moeten zijn.
Dat wij er in de raadsdebatten voor kiezen om duidelijk te zijn, niet om de hete brij heen te draaien en scherp te debatteren is daarbij een bewuste keuze van de VVD. Over de insteek en de woordenkeus hoeft men het natuurlijk ook niet altijd met elkaar eens te zijn, daarvoor noemen we dit nu juist ook raadsdebatten. Dat partijen, er voor kiezen op momenten andere woorden te gebruiken, lijkt mij dan ook heel normaal en dat respecteer ik. Het had de PvdA echter gesierd om met mij inhoudelijk het debat aan te gaan in plaats van misplaatste opmerkingen te maken over onze geloofwaardigheid. We kunnen zeker wel wat meer reuring tijdens onze debatten gebruiken maar dan graag wel over inhoudelijke zaken. De verkiezingen zijn kennelijk al begonnen en het eerste woord dat, door de PvdA genoemd wordt is geloofwaardigheid. Dat noem ik dus met recht een toonzetting. Wij vinden dat we elkaar echter moeten aanspreken op de inhoud en niet elkaars geloofwaardigheid in twijfel moeten trekken. De VVD kiest er voor uit te gaan van eigen kracht in plaats van met de vinger naar anderen te wijzen. Daar verschillen we kennelijk van mening over met de PvdA. Deze partij krijgt van ons als toonzetting dus minimaal drie kruizen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten