vrijdag 16 november 2012

Een ingezonden brief sturen om je eigen uitspraken te nuanceren. Huh?

Ik lees altijd met veel plezier de column van Tom van den Berg met als titel "Op het randje". Deze column wordt door hem regelmatig in dagblad Tubantia geplaatst. Niet dat ik het altijd met hem eens ben, maar dat maakt voor mijn plezier helemaal niets uit. Hij signaleert, benoemt zaken en personen en neemt stelling. Ik kan mij hier goed in vinden.

Donderdag 15 november 2012 ging de column over een uitspraak van burgemeester Cornelis Visser, van de gemeente Twenterand. Op zich natuurlijk niks bijzonders dat een burgemeester uitspraken doet. Maar hier betrof het een uitspraak die bij mij, en naar later bleek ook bij veel anderen, direct vragen opriep. De uitspraak van onze burgervader ging over het activiteitencentrum Vroomshoop, een onderwerp waar al meer dan 12 jaar over wordt gesproken. Een paar dagen eerder sprak wethouder Jan Binnenmars vol trots dat mogelijk de schop voor dit centrum in het voorjaar van 2013 al de grond in kan gaan. Dat is misschien wel wat erg optimistisch maar het geeft in ieder geval zijn enthousiasme goed weer. De burgemeester was hier dus echter veel minder positief over en gaf aan, zelfs twijfels te hebben over de uiteindelijke realisering van dit centrum. Althans dat heb ik opgemaakt uit deze column.

Opvallend dat twee leden van eenzelfde college elkaar hier dus in feite tegenspreken. Binnen een collegiaal bestuur hoort men uit één mond te spreken en onthoudt men zich in principe van uitspraken over zaken die in de portefeuille van een andere bestuurder zitten. Ik heb hierover beide hoofdrolspelers direct een mail gestuurd en mijn verwondering over deze gang van zaken uitgesproken en om een reactie gevraagd. Wethouder Jan Binnenmars reageerde vrijwel per ommegaand maar van de burgemeester heb ik persoonlijk nog geen reactie op mijn mail gekregen, maar wel kennis genomen van zijn ingezonden brief. Maar mogelijk krijg ik nog een persoonlijke reactie van onze eerste burger.

Ik vind het niet kunnen dat twee leden van ons college naar buiten toe, tegengestelde signalen afgeven, of dit nu formeel of informeel is doet voor mij niet echt ter zake. Eindelijk lijkt het er op, dat alle neuzen zo'n beetje in dezelfde richting staan en dat er binnen de vastgestelde voorwaarden in Vroomshoop daadwerkelijk een activiteitencentrum van de grond kan komen. De betrokken verenigingen en instanties schijnen bijna allemaal positief, de wethouder is enthousiast en de raad is ook, binnen de gestelde kaders, akkoord gegaan met de verdere ontwikkeling van dit project. Waarom dan zo nodig deze uitspraak van de burgemeester vraag ik mij echt af. Niet alleen praat hij over zaken die helemaal niet binnen zijn portefeuille vallen, maar hij geeft ook een onnodig negatief signaal af. Iedereen weet dat we in zwaar weer zitten en dat er nog veel op ons af komt, dat hoeft onze burgemeester met betrekking tot dit onderwerp echt niet nog eens extra te accentueren en hieruit zijn eigen conclusies te trekken. De burgemeester had over zijn twijfels naar buiten toe gewoon zijn mond moeten houden en dit binnen het college eerst aan de orde dienen te stellen. Er ligt echter ook een raadsbesluit en zowel een verantwoordelijk wethouder maar ook een burgemeester, hebben zich daar in principe gewoon aan te houden en te doen wat de raad hen opdraagt. Dat over de opmerking van de voorzitter binnen het college nog wel een (hartig) woordje gesproken gaat worden, lijkt mij evident. Ik sluit echter niet uit dat ook binnen de raad of het presidium het handelen van de burgemeester nog ter sprake zal komen. Deze uitspraak van de burgemeester was dus volstrekt onnodig, voorbarig en zelfs ongepast. Ik moest hier even denken aan de uitspraak "Abject en infaam" maar dat is gevoelsmatig net wat te sterk aangezet. Zo'n uitspraak is echter zeker niet goed voor het toch al broze vertrouwen dat mensen hebben in de politiek. Ik maak onderdeel uit van deze politiek en ik voel mij hierdoor ook zeker aangesproken en dus betrokken.

Cornelis Visser stuurt naar aanleiding van zijn uitspraken en de column van Tom van den Berg nu een ingezonden brief. In deze brief nuanceert hij zijn eigen uitspraken en is van mening dat de journalist hier te kort door de bocht is gegaan. Het is wel heel makkelijk om de media hier toch min of meer de schuld te geven. Ik ben ook van mening dat een ingezonden brief, om je eigen uitspraken te nuanceren, niet het geëigende middel is. Meestal gaan ingezonden brieven over uitspraken van een ander en niet over die van jezelf. Je moet of gewoon een persverklaring uitgeven waarin je aangeeft dat je voor je beurt hebt gesproken en dat je hiervoor je excuses aanbiedt, met name aan wethouder Jan Binnenmars of je houdt je stil onder het motto, als je geschoren wordt moet je stil blijven zitten. Deze ingezonden brief is een halfslachtige poging om nog iets te herstellen, geen vlees en geen vis. Ik ben overigens van mening dat onze burgemeester met deze ingezonden brief niet echt iets heeft kunnen herstellen. Jammer voor iedereen die bij dit project betrokken is. Ik blijf persoonlijk echter wel positief, en zie nog steeds grote kansen dat we samen dit project tot stand kunnen brengen. Daar heeft de uitspraak van Cornelis geen invloed op, in tegendeel zelfs, we zullen hem een poepie laten ruiken. Een ding lijkt mij zeker, de naam "Cornelis Visser centrum" zal het niet krijgen, ik ga voor de "Binnenmars arena".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten