donderdag 19 december 2013

Ernstig ontraden is wel heel zwaar aangezet.

Ik kan er niet aan ontkomen om over de laatste raadsvergadering van het jaar 2013 nog iets te schrijven. Er waren al veel zaken vooraf in de raadsdebatten besproken en er was inhoudelijk al reeds voldoende over gedebatteerd. Als VVD hebben we over de drank- en horecaverordening een stemverklaring afgelegd, dat we onder voorwaarden met deze verordening akkoord kunnen gaan. We hebben aangegeven strikt de hand te willen houden aan de handhaving van de gemaakte afspraken en zien de evaluatie van 1 januari 2015 als een volgende kans om mogelijk aanpassingen op de verordening aan te kunnen brengen.

Op papier het belangrijkste onderwerp ging over de herinrichting van het Oosteinde. Een meerderheid van de raad gaf de voorkeur aan een andere insteek dan de wethouder. Daarvoor werden door GBT, het CDA, de CU en de VVD een motie en een amendement ingediend. Tijdens het indienen bleek al snel dat deze voorstellen door meerdere partijen positief werden beoordeeld. Ik had in mijn eerste termijn niet zo heel veel toe te voegen, de voorstellen waren al ingediend en de zaken lagen duidelijk. Ik heb wethouder Engberts opgeroepen met de voorstellen akkoord te gaan en op dit moment hierover niet de confrontatie met de raad aan te gaan. De wethouder vroeg om schorsing van de vergadering en na een 15 tal minuten kwam er witte rook uit de kamer waar het college zich had afgezonderd. Gelukkig dat we deze time-out voor dit stukje van het Oosteinde hebben kunnen bewerkstelligen, een time-out die we moeten benutten om met alle direct betrokkenen om de tafel te gaan om over de invulling van deze 130 meter bebouwde kom het juiste besluit te nemen. Even opgelucht ademhalen, maar we zijn er nog niet. Op dit moment was het echter politiek het hoogst haalbare en ik ben blij met het resultaat.

Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF)  is een door de gemeenteraad van Twenterand gekozen methode waarin wordt beschreven hoe we omgaan met onze subsidienemers. Zeg maar de grote instellingen die d.m.v. gemeenschapsgelden taken uitvoeren die wij als gemeente belangrijk vinden voor onze inwoners. Dat een controle hierop noodzakelijk is, is mede door de hoogte van de bedragen, natuurlijk vrij logisch. BCF is een methode waarin een aantal zaken goed worden geregeld. De gemeente stelt haar doelen, de instellingen maken vervolgens een offerte waarin men aangeeft wat het de gemeente gaat kosten om deze doelen te halen. De gemeente gaat, als de offerte in orde wordt bevonden, een contract met de instellingen aan. Op dit moment zijn dit éénjarige contracten, daarvoor hebben we als raad ook heel bewust gekozen. De Rekenkamer geeft echter in haar recente onderzoek aan, voorstander te zijn van langjarige contracten en de meeste partijen waren geneigd dit advies over te nemen. De VVD heeft al een aantal jaren het standpunt dat we instrumenten moeten inbouwen om, als het echt noodzakelijk is, op enig moment afscheid te kunnen nemen van organisaties die de opgelegde doelstellingen structureel niet halen.  Aangezien we vaak al langjarige contracten met deze instellingen hebben is dit wettelijk ook niet zo maar mogelijk, de contractpartners zijn over het algemeen juridisch heel goed beschermd. Wij hebben ook nu een motie gemaakt en die vervolgens alle raadsfracties en de wethouder een aantal dagen voor de raadsvergadering toegestuurd. 

Ik heb vrijwel geen reacties van de andere partijen ontvangen en tijdens de raadsvergadering bleek dat onze motie geen meerderheid zou halen. De motie was volgens de meerderheid overbodig en zaaide alleen maar wantrouwen bij de contractpartners. Deze discussie is niet nieuw maar vertrouwen op iemands blauwe ogen is helaas niet meer van deze tijd. Dit soort contracten zijn in feite gewoon strikt zakelijke afspraken, wij betalen ergens voor en de ander moet leveren. Dat we daarin ook verwoorden wat de ontbindende factoren zijn van deze zakelijke afspraken is voor mij heel logisch en ik weet ook niet beter, vanuit mijn werkzame leven als ondernemer. Kies een ondernemer in de raad!  Natuurlijk hoop je dat je deze ultieme ontbindende voorwaarde nooit hoeft te gebruiken, maar dat wil niet zeggen dat je deze dus niet moet vastleggen.

Ik ben 43 jaar geleden getrouwd, alleen maar vertrouwen en geen spoortje wantrouwen, ondanks dat we huwelijkse voorwaarden met elkaar hebben laten vastleggen, voor het geval dat. Door het afsluiten van een contract waarin je vastlegt wat er gaat gebeuren als je besluit uit elkaar te gaan, is ons vertrouwen in elkaar echt in geen enkel opzicht beschadigd. Contracten, ook huwelijkscontracten, worden over het algemeen in goed vertrouwen afgesloten maar toch eindigt ruim een derde deel  van de huwelijken in een scheiding en ruim 65 % daarvan eindigt zelfs in een vechtscheiding. Er gaat ook zakelijk nog al eens wat mis gedurende de looptijd van een contract, maar daar is het aantal geschillen een stuk minder omdat er hier vooraf wel degelijk afspraken over op papier staan. Door wat voor oorzaak dan ook, contracten worden dus regelmatig verbroken hoewel dit nooit vooraf de intentie was. Goed dat je hierover dan iets op papier hebt staan en niet met de vinger naar elkaar hoeft te gaan wijzen en een schuldige moet zoeken. 

Even terug naar onze motie, vertrouwen is goed maar controleren is beter. Als bij deze controles herhaaldelijk blijkt dat men de gestelde doelen niet behaalt, moet het voor alle partijen duidelijk zijn wat de consequenties zijn. Dat heeft volgens mij totaal niets met vertrouwen of wantrouwen te maken, ik vind het zelfs een verplichting dit soort voorwaarden op te nemen in de contracten die je op dit niveau met elkaar afsluit. Deze verplichting hebben we als raad ook tegenover de inwoners van Twenterand omdat we het hier wel over gemeenschapsgeld hebben. Geen angst hebben om zaken te benoemen, het schept alleen maar duidelijkheid.

De wethouder (Hidde Visser) ontraadde deze motie niet alleen, hij ontraadde deze motie zelfs ernstig. Zo’n term is politiek beladen. Stel dat deze motie het wel had gehaald, dan had de wethouder bakzeil moeten halen en de raad moeten volgen of de confrontatie met de raad aan moeten gaan door een weigering deze motie uit te voeren. Ernstig ontraden is een zwaar politiek middel en stond mijns inziens niet in verhouding tot de inhoud van deze motie. Ik vond deze reactie van de wethouder dus erg overtrokken, hij had deze motie ook gewoon simpel kunnen ontraden. Ons standpunt was niet nieuw, we hadden hierover al eens eerder (een overigens aangenomen) motie ingediend, dus heel verwonderlijk was onze opstelling in deze niet. Ik vraag mij overigens ook af of dit ernstig ontraden door het voltallige college werd gedeeld. Dit zou eigenlijk wel moeten, want het college spreekt normaal gesproken altijd uit één mond, maar ik heb hierover in dit geval zo mijn twijfels. Ik heb dit in mijn termijn niet gevraagd, dit onderwerp leende zich, in mijn beleving, totaal niet voor dit soort politiek beladen middelen.

Onze motie heeft het dus niet gehaald, de motie was gebaseerd op wantrouwen was uiteindelijk de mening van de meerderheid. Het CDA en Fractie Boerkamp hebben deze motie wel gesteund, waarvoor natuurlijk mijn dank. Jammer dat de motie geen meerderheid heeft gekregen. In mijn ogen een gemiste kans om zaken voor nu en de toekomst beter te regelen. Ik heb alles geprobeerd het gevoel van wantrouwen en gebrek aan vertrouwen weg te nemen, daar ben ik echter niet in geslaagd. Dat verwijt ik zeker niet de partijen die hebben tegengestemd en ook de wethouder niet, ik heb mijn argumenten kennelijk niet voldoende duidelijk weten over te brengen. Dat is democratie en daar heb ik verder ook totaal geen problemen mee, laat staan dat ik er van wakker lig. Wat ik echter wel betreur is dat de wethouder, die dus al ruim een week op de hoogte was van de inhoud van deze motie, mij niet even vooraf heeft ingelicht dat hij dit zware politieke middel zou inzetten. Daar werd ik eerlijk gezegd wel enigszins door verrast. Dit heeft niets met achterkamertjes politiek te maken, maar als er op deze motie politiek zo wordt gereageerd door het college, had ik minstens vooraf even een mailtje of een telefoontje verwacht, zeker als coalitiepartij.  Dat doe ik in soortgelijke gevallen namelijk andersom wel, maar misschien ben ik hier dus wel wat te naïef. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten