Ik neem mijn taak als raadslid serieus en probeer zoveel mogelijk in
contact te komen met de inwoners van Twenterand en daar gebruik ik
verschillende manieren voor. Een van deze manieren is een zogenaamd koffierondje
langs de kernen. Ik wil graag weten wat er leeft onder de inwoners en te weten komen waar ik
mogelijk wat kan betekenen. Zo zie ik namelijk mijn taak
als raadslid, controleren of zaken goed lopen en misstanden aan de kaak stellen en oplossingen zoeken, waarbij het uitgangspunt voor mij
altijd is: gelijke monniken, gelijke kappen. Wat dus voor de ene inwoner/bedrijf geldt
moet in principe ook voor de andere inwoner of bedrijf gelden. Als ik dus als raadslid aangesproken word op mogelijke misstanden is het mijn plicht dit in ieder geval te (laten) onderzoeken. Dat dit niet altijd bij de
betrokken partij in goede aarde valt, is helaas niet te vermijden, want "oplossen" kan voor de direct betrokkenen ook wel eens grote (nadelige) gevolgen hebben. Dat is echter de consequentie van mijn
manier van invulling van het raadslidmaatschap. Gisteren nog, zag ik een bordje op
een kantoor van een ondernemer uit Den Ham aan de muur hangen met de tekst: ’t Is één
der moeilijkste zaken; ’t een IEDER naar de zin te maken. Wel heel toevallig.
In één van mijn koffierondjes werd ik begin 2013 aangesproken op een mogelijke illegale horeca-exploitatie van een bedrijf in Vriezenveen.
Het ging over de Vjenne Stube van Gerard en Heintje Companjen en ik heb, na dit
aangehoord te hebben, beloofd mij te verdiepen in dit dossier en hier vragen
over te gaan stellen. Dat heb ik gedaan en ik heb de burgemeester, belast met
handhaving, benaderd en gevraagd of dit horecabedrijf in het bezit was van de
benodigde vergunningen en als dit niet het geval zou zijn, hiertegen op te
treden. Het kan niet zo zijn dat het ene horecabedrijf wel moet voldoen en betalen
voor de noodzakelijke vergunningen en een ander bedrijf zaken kan doen zonder in het
bezit te zijn van deze vergunningen. De burgemeester gaf aan hiermee aan de
slag te gaan en een dossier te gaan opbouwen.
Ik hoorde er een tijdje niets meer over en heb, mede naar
aanleiding van de nieuwe wetgeving op het gebied van de drank- en horecawet, hier
nogmaals aandacht voor gevraagd. Er werd mij aangegeven dat er op 22 oktober 2013
een gesprek met de familie Companjen had plaatsgevonden, dat men onderzocht had
of er strijdigheden waren en dat de heer en mevrouw Companjen wilden zoeken naar
oplossingen.
Op maandag 13 januari 2014 heb ik persoonlijk een bezoek
gebracht aan de Vjenne Stube van Gearrd en Heintje en ik was met stomheid
geslagen. Wat een accommodatie, een accommodatie waar veel horecabedrijven
jaloers op zouden zijn. Eigenlijk onbegrijpelijk dat dit deze vormen heeft
kunnen aannemen zonder feitelijke vergunningen.
Ik heb de burgemeester op 14 januari 2014 in kennis gesteld van mijn bezoek en hem schriftelijk
te kennen gegeven te willen brainstormen over de mogelijkheden en
onmogelijkheden om deze mensen in ieder geval tijdelijk te legaliseren, tot het moment waarop zij er persoonlijk bij betrokken zijn. Noem het maar een tijdelijke of
persoonsgebonden vergunning/ontheffing, deze mensen zijn 67 jaar oud, dus zo'n ontheffing is ook wel te overzien. Dat het
zover heeft kunnen komen is zeker primair de verantwoordelijkheid van deze familie
maar de gemeente heeft in deze ook boter op het hoofd, want hoe je het ook wendt
of keert, onder een aantal burgemeesters is dit toch min of meer gedoogd. Ik
heb dus voorgesteld te denken in oplossingen en deze mensen, mede gezien hun
leeftijd, een tijdelijke vergunning te geven tot aan het moment dat zij niet
langer persoonlijk de leiding hebben en aanwezig zijn in hun bedrijf. Ik heb tevens aangegeven dat er misschien mogelijkheden liggen in het jaarlijks aanvragen van zes evenementenvergunningen. Als dit echter niet zou kunnen, ontkomen we niet aan handhaven dat is namelijk de
uiterste consequentie. Ik heb een kopie van deze brief ook verzonden naar de
familie Companjen, zodat zij volledig op de hoogte waren van mijn rol in deze
zaak. Ik heb ook helemaal niets te verbergen. Via deze link kunt u deze brief lezen.
Vanmorgen ontving ik een telefoontje van Heintje Companjen waarin zij mij bedankte voor mijn rol in deze zaak. Zij bedoelde dit echter cynisch en dat neem ik haar beslist niet kwalijk, sterker nog ik kan er zeker wel
begrip voor opbrengen. Gisterenmiddag werd er namelijk in huize Companjen een brief van de gemeente bezorgd waarin stond vermeld dat de illegaal gebouwde opstallen verwijderd moeten worden met een dwangsom van 80.000 euro. Vanmiddag heb ik een afspraak met de familie Companjen en
ik ga proberen of zij toch begrip kunnen opbrengen voor mijn rol in deze zaak. Ik
loop niet weg voor mijn rol als raadslid en kan iedereen, ook Heintje en Gerard, recht in de ogen kijken, naar de zin maken helaas dus niet altijd.
Ik betreur dat er kennelijk geen mogelijkheden (gevonden) zijn
om een tijdelijke oplossing te creëren voor deze al zo lang lopende zaak. Ik ben daar nog steeds niet 100% van overtuigd en geef de moed niet zo snel op, ik ben meer het type van: "Waar een wil is, is een weg." Waarom bijvoorbeeld geen jaarlijkse permanente evenementen vergunning? Volgens bronnen binnen het gemeentehuis is een tijdelijke gedoogconstructie alleen mogelijk indien er zicht is op legalisatie. Ik ben het overigens eens dat hier van een volledige legalisatie geen sprake kan zijn, maar er lijken mij toch wel mogelijkheden te liggen zoals het volgende voorbeeld. In een aantal gemeenten worden recreatiehuisjes al jaren lang illegaal permanent bewoond. Om dit definitief aan te pakken, wordt daar een tijdelijke vergunning/ontheffing verleend, zolang de huidige bewoners persoonlijk gebruik maken van dit huisje. Bij verkoop of andere oorzaken waardoor zij dit huisje niet zelf meer kunnen bewonen, vervalt deze (gedoog)vergunning want deze is niet overdraagbaar. Gevolg, binnen een termijn die je kunt overzien worden de huisjes niet langer permanent bewoond en ontstaat er geen of veel minder reuring. Kennelijk kan en mag dit wel en hier is ook geen kans op legalisatie. Ik zou graag willen horen waarom het kennelijk bij een recreatiehuisje wel kan en bij de Vjenne Stube niet.
De situatie bij de Vjenne Stube laten voortbestaan zonder vergunningen is voor mij echter geen optie, dat valt door mij ook niet te verkopen, tegenover andere bedrijven die zich wel aan alle regels (moeten) houden. Dus ja, ik ben de dader, ik heb dit aangezwengeld en heb de burgemeester gevraagd hier actie in te ondernemen. Dit is de eerste burgemeester in, volgens mij, een rijtje van 5 of 6 die daadwerkelijk het lef heeft deze illegale situatie aan te pakken en dat valt te prijzen. Als er werkelijk geen uitzondering mogelijk is, betekent dit helaas einde verhaal voor de Vjenne Stube. Dat (sommige) mensen mij het kwalijk nemen dat ik dit aan de orde heb gesteld is een logische consequentie van de manier waarop ik invulling geef aan mijn raadslidmaatschap. Daar heb ik niet zoveel moeite mee. Ik sta ook hier voor mijn principes, (of is het achter?) Ik zal nogmaals de burgemeester vragen of dit echt niet anders kan en mogelijk ga ik hierover nog een motie in dienen, maar dan moet er binnen de raad wel draagvlak voor zijn en er aantoonbaar kansen zijn. Er zal wel een lobby op gang komen om de Vjenne Stube te behouden, ook daar heb ik geen enkele moeite mee, sterker nog afhankelijk van de argumenten en de voorgestelde oplossingen zou ik deze lobby misschien wel kunnen ondersteunen. Is het altijd leuk om raadslid te zijn en zaken aan de kaak te stellen als je dit gevraagd wordt? Nee zeker niet, maar voor je verantwoordelijkheid weglopen (of wegkijken) komt in mijn woordenboek dus niet voor. Ja, ik ben dus de dader.
De situatie bij de Vjenne Stube laten voortbestaan zonder vergunningen is voor mij echter geen optie, dat valt door mij ook niet te verkopen, tegenover andere bedrijven die zich wel aan alle regels (moeten) houden. Dus ja, ik ben de dader, ik heb dit aangezwengeld en heb de burgemeester gevraagd hier actie in te ondernemen. Dit is de eerste burgemeester in, volgens mij, een rijtje van 5 of 6 die daadwerkelijk het lef heeft deze illegale situatie aan te pakken en dat valt te prijzen. Als er werkelijk geen uitzondering mogelijk is, betekent dit helaas einde verhaal voor de Vjenne Stube. Dat (sommige) mensen mij het kwalijk nemen dat ik dit aan de orde heb gesteld is een logische consequentie van de manier waarop ik invulling geef aan mijn raadslidmaatschap. Daar heb ik niet zoveel moeite mee. Ik sta ook hier voor mijn principes, (of is het achter?) Ik zal nogmaals de burgemeester vragen of dit echt niet anders kan en mogelijk ga ik hierover nog een motie in dienen, maar dan moet er binnen de raad wel draagvlak voor zijn en er aantoonbaar kansen zijn. Er zal wel een lobby op gang komen om de Vjenne Stube te behouden, ook daar heb ik geen enkele moeite mee, sterker nog afhankelijk van de argumenten en de voorgestelde oplossingen zou ik deze lobby misschien wel kunnen ondersteunen. Is het altijd leuk om raadslid te zijn en zaken aan de kaak te stellen als je dit gevraagd wordt? Nee zeker niet, maar voor je verantwoordelijkheid weglopen (of wegkijken) komt in mijn woordenboek dus niet voor. Ja, ik ben dus de dader.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten