vrijdag 6 maart 2015

In de politiek wordt een gestrekt been niet bestraft, althans niet direct.

Ik heb het debat van 4 maart 2015 over de planprocedure Almeloseweg-Oost nu een aantal keren teruggekeken en ik snap de reacties van zowel Henk Kerkdijk van het CDA als van Gerjan Smelt van de CU nog steeds niet. Nergens in mijn gehouden betoog heb ik aangegeven dat de gemeente verkeerd heeft gehandeld door zich bijvoorbeeld niet aan de wettelijke kaders te houden.  Ook heb ik het betrokken bedrijf geen enkel verwijt gemaakt dat er twee ondernemers zijn die aangeven, voor een niet onbelangrijke informatieavond over de voorgenomen planwijzigingen, niet te zijn uitgenodigd. Toch zette de beide heren juist op deze punten hun aanvallen in.

Wat ik wel heb gedaan en heel bewust, is deze laatste feiten benoemen. Ik heb in de afsluiting van mijn wat korte betoog, de klok van de voorzitter liep namelijk wel heel snel, aangedrongen om uit deze feiten voor de toekomst lering te trekken, de klantvriendelijkheid hierdoor te verhogen en mogelijk zienswijzen te voorkomen. Tevens heb ik aangegeven hoe we dit soort gevolgen, ontstaan door een achteraf mogelijk onjuiste adressering of het niet sturen van een uitnodiging, in de toekomst kunnen voorkomen en er ook geen welles nietes spelletje van hoeven te maken. Nogmaals geen enkel verwijt richting het bedrijf en constructief meedenken met de gemeente. Kennelijk zitten er hiaten in de nu gevolgde procedure. Ik vind dat als je van mening bent dat een procedure beter kan, je ook een voorstel tot verbetering moet doen, anders is het allemaal wel heel makkelijk. Wat daar dan mis mee is? Ik weet het echt niet maar misschien denkt men binnen het CDA en de CU wel dat constructief meedenken alleen voorbehouden is aan de drie C's.

Ik heb mij dus volledig gericht op procedures met betrekking tot de toekomst en was dan ook zeer verbaasd over deze aanvallen, allebei met gestrekt been, van deze fractievoorzitters. De fractievoorzitter van de CU had een plan van aanpak gemaakt over mijn vermeende verwijten richting het betrokken bedrijf en de fractievoorzitter van het CDA gooide het over de boeg dat ik de gemeente en de wethouder zou aanspreken op onrechtmatig handelen. Tevens eisten zij, zelfs gepaard met dreigementen, dat ik ter plaatse de motie zou inbrengen die ik, zoals door mij aangegeven op 17 maart zou gaan indienen. Dat ik de strekking van de motie al had benoemd en al aangegeven had de collega's ruimschoots voor de raadsvergadering de definitieve versie toe te sturen was kennelijk in hun ogen niet voldoende.

Ik hou van een scherp debat, maar ik ben van mening dat je moet reageren op zaken die gezegd of aangeleverd worden, dat dienen de uitgangspunten te zijn van een behandeling van een agendapunt en daar moet je elkaar op aanspreken. De beide heren hebben kennelijk niet goed naar mij geluisterd of ik heb het onvoldoende uitgelegd, dat kan natuurlijk ook. Maar hoe dan ook de aanvallen waren onterecht want de zaken waarop ik werd geïnterrumpeerd waren niet alleen suggestief maar hadden geen enkel raakvlak met mijn inbreng in eerste termijn. Het benoemen van zaken die niet gelopen zijn zoals bedoeld houden zeker niet automatisch in dat er verwijtbaar handelen aan ten grondslag ligt. De beantwoording van de door mijn partij eind 2014 gestelde schriftelijke vragen gaven aan dat dit hier ook niet het geval was geweest. Ook de eis om nu al met de complete tekst van de motie te komen en dit gepaard laten gaan met dreigementen heeft mij zeker onaangenaam verrast. Het gaat in een motie ook om de details en die had ik zeker nog niet allemaal op papier staan en ook wilde ik, zo mogelijk, nog gebruik maken van de reacties van mijn collega’s en de wethouder. Dus de tekst van de motie was nog niet rijp voor een debat en was ook nog niet definitief vastgesteld door de VVD fractie. De eis van de beide heren was dus onredelijk want ik kon hieraan om meerdere redenen niet voldoen.  Het is mede hierdoor ook niet gebruikelijk om bij de raadsdebatten al met een definitieve motie te komen. Dus waar deze eis dan op sloeg?

Uitlatingen zoals: Of we debatteren hier en nu over de motie of daarna in de raadsvergadering niet meer, dit is buiten de orde, de VVD is weer bezig zijn eigen politieke werkelijkheid te creëren, het is een boel gedoe en we zijn niet van plan hieraan mee te doen, ik geef u weinig kans, we weigeren hiermee akkoord te gaan,  ik dacht dat de VVD een ondernemerspartij was, hier valt geen lering uit te trekken, zijn zomaar enkele uitlatingen van deze heren richting de VVD. De ene fractievoorzitter ging er van uit dat ik de gemeente/wethouder aansprak op onjuist handelen en de ander sprak over een een-tweetje met deze wethouder, dat is ook wel wat tegenstrijdig. Gerjan Smelt weet overigens ook heel goed dat schriftelijke vragen door de gemeente richting de media worden verstuurd en als die er dan een artikel of een column over schrijven kan je dit een partij natuurlijk niet kwalijk nemen. Toch werd dit er bij gehaald waarbij er zelfs een verbinding werd gemaakt met mijn opmerkingen in een eerder debat op een persbericht van de coalitiepartijen over het vrijliggende fietspad. Er zit toch echt een groot verschil tussen het zelf uitgeven van een voorbarig persbericht en het stellen van schriftelijke vragen waarop het aan de media is of en hoe ze daarop willen reageren.

Ik had deze keer gehoopt op een zuiver debat, maar aangevallen worden op zaken die je niet hebt gezegd en ook niet in de bijbehorende stukken staan lijken mij toch niet echt zuiver. Althans ik heb een ander gevoel bij het begrip zuiver, maar kennelijk wordt daar door deze heren van het CDA en de CU anders over gedacht. Natuurlijk gaat iedereen over zijn eigen woorden en daden maar deze felle reacties verbaasden mij en als dit de insteek voor de komende jaren gaat worden zijn we naar mijn mening niet goed bezig. Met deze poppenkast voorstellingen dragen we niet bij aan de geloofwaardigheid van de politiek. Je dient met elkaar op basis van argumenten aan meningsvorming te doen en onjuiste aanname's en dreigementen horen daar, in ieder geval wat mij betreft, niet bij. Kennelijk zijn deze partijen niet gewend hun zin niet te krijgen en, ik kan het niet anders omschrijven, lijken deze dreigementen dus schoolvoorbeelden van de arrogantie van de macht. Dreigen is overigens politiek natuurlijk altijd een zwaktebod want het geeft aan dat je het op argumenten niet kunt afdwingen. Overigens laat ik mij door dreigementen er niet van weerhouden de politieke standpunten van de VVD Twenterand altijd luid en duidelijk naar voren te brengen. 

Je kunt je dus volledig aan de regels houden en formeel niets verkeerds doen, maar achteraf toch constateren dat er zaken niet gelopen zijn zoals zij eigenlijk hadden moeten verlopen. Als dit hier het geval is en dat vinden wij, moet je er wel degelijk lering uit trekken zodat ook de klantvriendelijkheid wordt verhoogd en je mogelijk zelfs zienswijzen kunt voorkomen. Wat is er mis met ergens lering uit trekken? Zelfs op mijn leeftijd voel ik mij niet te oud om te leren en mijn partij is zeker ook niet te groot om ergens lering uit te trekken. Dat was en is de intentie van mijn partij in deze zaak en dat heb ik getracht ook zo te verwoorden. Het is een eufemisme, maar dat is kennelijk bij deze twee heren niet over gekomen.

Ik ben echter, om positief af te sluiten, blij verrast door de reactie van de wethouder, hij was tijdens dit agendapunt gelukkig een stuk genuanceerder dan de beide fractievoorzitters. Hij ging in op de adviserende rol van de gemeente bij dit soort procedures in de voorfase. Hij is wel bereid lering te trekken uit de gevolgde procedures. De adviezen van de gemeente richting een betrokken bedrijf kunnen volgens hem altijd beter en hij noemde hier de term uit de inbreng van GBT “learning on the job”.  Ik ben blij dat mijn punt kennelijk bij de wethouder wel is geland. Het gaat uiteindelijk in de politiek om resultaten en daar zijn we in dit geval dus niet ontevreden over. 

De politiek heeft haar eigen regels en met gestrekt been ergens ingaan wordt niet bestraft, althans niet direct. Je wint er echter zeker ook geen fairplay prijs mee.  Maar gelukkig sluiten we in de politiek vaak af met de woorden: En we gaan weer over tot de orde van de dag, dat lijkt mij ook hier het verstandigst.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten