Als er één ding
duidelijk werd tijdens de raadsvergadering van dinsdag 15 maart 2016, dan was
het wel het verschil van mening tussen de fractie van de VVD en alle andere
partijen incl. het college over de uitspraak van de rechtbank in Almelo. De
gemeente is door deze rechtbank veroordeeld tot betaling van een boete van
432.000,= euro voor het niet juist
nakomen van een overeenkomst. Het verschil van mening zat niet eens zo
zeer in de uitspraak van de rechter, het ging meer over de gevolgen van
deze uitspraak en het tijdstip van handelen. Dat werd tijdens het debat zonneklaar en daar bestond na het optrekken van de kruitdampen ook beslist geen enkele twijfel meer over.
Deze gang van zaken was echter niet echt verrassend voor
mij, dit was ook wel te verwachten. Maar wil dit dan ook automatisch zeggen dat
we hier als VVD fractie eigenwijs waren of onze zin wilden doordrukken? Nee,
die conclusie kun je naar mijn mening niet trekken. Wij zijn, om te komen tot
een fractiestandpunt, ook zeker niet over één nacht ijs gegaan. Ik heb natuurlijk de informatie die mij aangereikt is door het college meegenomen in de
afwegingen. Maar ik heb mij ook juridisch laten informeren door de
advocaten die aan de andere kant dicht bij deze rechtszaak staan en ook volledig op
de hoogte zijn. Hoor en weder hoor is hier dus zeker toegepast en dat
hoort natuurlijk ook zo.
Na ampel beraad zijn we als VVD fractie tot de conclusie gekomen dat
het vonnis duidelijk is, de gemeente moet bij voorraad betalen en de eisers
bepalen op welk moment zij dit geld komen ophalen. Op dit moment is het voor
hen namelijk financieel gunstiger om hier geen haast mee te maken omdat de gemeente
tevens veroordeeld is tot het betalen van de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf 25 november 2015 en dat is meer dan dat zij kunnen krijgen als zij dit geld op hun eigen bankrekening parkeren. Hier maken de eisers overigens in het geheel geen geheim van. De gemeente dient dus mee te werken aan de uitvoering van dit vonnis en het geld
hiervoor op afroep beschikbaar te hebben. De wethouder kan hoog of laag springen maar daar valt op dit moment echt niet aan te ontkomen. Om dit soort zaken procedureel mogelijk te maken hebben we in de gemeente Twenterand met elkaar afspraken gemaakt o.a. door aan te geven en te besluiten
uit welk potje we benodigde bedragen gaan halen. Dit is ook volstrekt gebruikelijk want in de meeste gevallen, als het college geld wil of moet uitgeven, moet de raad hier vooraf het krediet voor goedkeuren. Om voor mij echt onverklaarbare redenen wenst men hiervan nu plotseling af te wijken.
In een motie vreemd, die we op 15 maart 2016 hebben ingediend was het
ons te doen om het college opdracht te geven deze procedure dan ook daadwerkelijk in gang te zetten.
Eerder had het college op schriftelijke vragen van de VVD (al op 27 november
2015) dit namelijk geweigerd door het volgende aan te geven:
“Op dit moment is het nog niet bekend of en wanneer het tot
daadwerkelijke betaling komt. Daarnaast verwachten wij nog steeds dat de te
betalen boete verhaald kan worden. Zolang hierover geen duidelijkheid is en de
zaak niet afgerond is kunnen wij ook niet met een adequaat (dekkings)voorstel
komen. Het spreekt voor zich dat wij nadenken over de wijze van dekking, echter
een concreet voorstel hiertoe hebben wij nog niet ontwikkeld omdat daarmee onze
handelingsruimte wordt beperkt.”
Ik ben het dus niet eens met dit antwoord want er is door de rechtbank wel
degelijk duidelijkheid gegeven. De rechtbank heeft bij voorraad vonnis gewezen
en dus moet er betaald worden, of er nu wel of niet hoger beroep wordt
aangetekend en of we nu wel of niet dit bedrag kunnen verhalen. Dit heeft voor de opgelegde betalingsverplichting geen enkele
opschortende werking. Dat de gemeente verwacht dit bedrag te kunnen verhalen doet bij deze uitspraak dan ook totaal niet ter zake en is voor de rechtbank ook geen argument geweest in haar uitspraak. Maar ik kreeg de handen voor onze motie dus niet op elkaar
en de wethouder ontraadde deze motie zelfs, omdat dit de gemeente zou schaden
in het inmiddels ingestelde hoger beroep. Naar mijn mening is er maar één ding
dat ons heeft geschaad en dat is de uitspraak van de rechtbank en niet het feit
welk vervolg we vervolgens gaan geven aan dit gewezen vonnis. Daar hebben we ook niet zo veel over te zeggen, dit vonnis is ons opgelegd.
In het debat maakte ik op enig moment de opmerking dat de
andere partijen het vonnis niet serieus namen en dat viel volledig verkeerd. Ik
had beter kunnen zeggen dat we verschillend denken over de interpretatie van
het vonnis. Maar achteraf is het altijd makkelijk praten en in een debat op het
scherpst van de snede kan zoiets gebeuren, dat komt ook echt niet alleen bij de
VVD voor. Maar het klopt, ik had dit beter anders kunnen verwoorden. Overigens kwamen in een ander debat de woorden: "Regeren is vooruitzien" ter sprake. Daar ben ik het dus volledig mee eens en dit past prima in ons standpunt in deze zaak. Jammer dat men echter zo selectief om gaat met dit begrip want kennelijk is dit volgens de andere partijen hier dus niet van toepassing.
Ik blijf echter volledig achter onze ingediende motie staan
en daarom hebben we deze ook bewust ingediend, ook toen duidelijk werd dat
niemand deze motie zou steunen. Als je als partij ergens heilig in gelooft kan
niemand je daarvan afbrengen. Dat zullen ook de drie C’s toch zeker wel
herkennen? De meerderheid heeft beslist en dat respecteren we vanzelfsprekend,
maar dat wil niet zeggen dat ons standpunt in deze is veranderd. De discussie
hierover is wat mij betreft nu gesloten, we zijn er niet in geslaagd de anderen
te overtuigen. Nogmaals dat is geen probleem en dat hoort bij het spel. Nu weer over tot de orde van de dag, dit is zeker het laatste verschil van mening niet geweest.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten