vrijdag 23 september 2016

Ja, ik ben de dader (2)

Het dossier Vjenne Stube loopt al vanaf 1977 en diverse gemeenteraden, maar vooral burgemeesters, zijn er bij betrokken geweest.  Nog even het verhaal (beknopt) en ik hoop echt dat dit voor de laatste maal is.

In 1983 heeft Gerard Companje in totaal fl. 581.213,05 aan gemeenschapsgeld ontvangen om zijn varkenswaag- en veetransportbedrijf naar Aadorp te verplaatsen, onder de volgende voorwaarden:

*     Binnen het perceel Harmsenweg 8 moesten alle bedrijfsmatige activiteiten worden gestaakt en gestaakt worden gehouden;

*     De illegale bedrijfsgebouwen en overige bouwwerken moesten worden gesloopt;

*     De gemeente moest het perceel dusdanig planologisch bestemmen dat er geen bedrijfsmatigheid - In welke vorm dan ook-  meer gevestigd kon worden.

De familie Companje heeft dit geld ontvangen en deze voorwaarden ondertekend.

Het liep echter anders want de voorwaarden werden niet nagekomen. Sterker nog, in de loop der jaren ontstond er aan de Harmsenweg 8 een horecagelegenheid annex museum, waar menig (horeca)ondernemer jaloers op zou zijn. Er was echter één probleem, er waren geen vergunningen aanwezig. Vanaf 1977 is de gemeente op de hoogte geweest van het feit dat er illegale praktijken plaatsvonden op deze locatie, maar er is nooit echt tegen opgetreden. Een aantal burgemeesters heeft een poging gewaagd, maar allemaal op enig moment besloten hun handen aan deze zaak niet te branden. Gerard kon dus ongestoord doorgaan met het uitbreiden van zijn activiteiten, mede door deze lakse houding van de gemeente. Ik heb mij afgevraagd en er geprobeerd achter te komen waarom er door burgemeesters en wethouders nooit eerder tegen is opgetreden, maar verder dan om electorale redenen, ben ik echter niet gekomen.

Ik werd in 2013 door een aantal inwoners van Twenterand aangesproken over deze illegale situatie. Kennelijk was het inmiddels bekend dat ik als raadslid, ook wat betreft handhaving, duidelijk en consequent ben en niet bang om zaken aan de kaak te stellen. De stelling van mij en mijn partij is en was: Regels dien je te handhaven, en als je dit niet wilt of kunt, moet je deze regels schrappen. Ik heb daarom in 2013 burgemeester Visser gevraagd deze zaak eens te bekijken en, of te handhaven of te onderzoeken of een afbouwconstructie mogelijk was, zodat nu eindelijk aan deze illegale situatie, binnen zeg maar een jaar of vijf, een eind zou komen. Ik heb dit ook heel duidelijk een aantal malen persoonlijk met de familie Companjen gecommuniceerd en zelfs enkele weken geleden, na weer een ontmoeting met de familie en hun advocaat, heb ik de burgemeester nogmaals gevraagd te zoeken naar een oplossing. De zaak komt nu weer extra in de publiciteit omdat de familie Companjen een rechtszaak heeft aangespannen om onder het dwangsombesluit van de gemeente uit te komen. 

Tot twee keer toe werd de afgelopen weken in artikelen in Tubantia over deze zaak,  mijn naam genoemd als aanstichter van het kwaad of er werd vermeld dat een VVD raadslid over deze zaak aan de bel had getrokken. Het is duidelijk dat dit VVD raadslid niemand anders kan zijn dan ondergetekende, want er is en was in deze periode maar één raadslid van de VVD. Daar moet overigens in 2018 wel verandering in komen, maar dit terzijde. Ik ben over mijn rol in deze zaak altijd heel open geweest, ik heb al eerder een blog geschreven met als titel: Ja, ik ben de dader.  Waarom dus niet gewoon mijn naam noemen, ik heb hierover echt niets te verbergen en met bescherming van privacy heeft dit natuurlijk ook niets te maken, iedereen weet wie dit VVD raadslid is. Ik heb als raadslid gedaan waar de mensen mij voor gekozen hebben en ik zou het een volgende keer weer op deze wijze doen. Ik verwacht van een onafhankelijk journalist dat als ik direct of indirect als dader wordt aangemerkt hij of zij het volledige verhaal verteld en er niet wordt volstaan met slechts de vermelding dat ik de boosdoener ben. Dan hoef ik er ook niet in een blog nog eens aandacht aan te besteden. Dus ja, ik heb de zaak in 2013 aan de orde moeten stellen, omdat in het verleden diverse bestuurders de zaak op zijn beloop hebben gelaten. Ik ben dus de dader, maar de oorzaak ligt in 1983, er is namelijk niet ingegrepen door de gemeente toen de gestelde voorwaarden niet werden nagekomen. Deze zaak had dus al veel eerder opgelost moeten worden, maar daar had men kennelijk het lef niet voor. De personen die in de periode vanaf 1983 bestuursverantwoordelijkheid droegen, moeten maar eens goed in de spiegel kijken, in plaats van mij verwijten te maken. Het werd tijd dat aan deze zaak nu eindelijk eens een einde zou komen, daar hebben onze inwoners recht op. Illegale activiteiten kunnen we niet gedogen, anders is het hek echt van de dam. 

Vanaf het begin heeft de afdeling handhaving en burgemeester Visser mij aangegeven dat een afbouwconstructie juridisch echter niet mogelijk was en dat er dus niets anders over bleef dan tot handhaving over te gaan. Ik heb zelf ook nog een aantal mogelijkheden aangedragen, maar er waren volgens de heren geen mogelijkheden.  Als er juridisch geen mogelijkheden zijn, blijft er verder niets anders over dan te handhaven en dat is dus ook gebeurd en er werd op 22 december 2015 schriftelijk een dwangsombesluit van in totaal 160.000,= euro opgelegd en overhandigd.  Het gekozen tijdstip lijkt mij niet echt in overeenstemming met de kerstgedachte, maar dat kan natuurlijk aan mij liggen. Dit besluit had zeker in deze zaak ook wel na de feestdagen overhandigd kunnen worden, naar mijn mening. Tegen dit besluit heeft de familie dus bezwaar gemaakt en zij stonden hiervoor op 22 september 2016 voor de rechter in Zwolle. In tegenstelling tot al zijn voorgangers heeft deze burgemeester dit dossier dus wel opgepakt en is er ook daadwerkelijk mee aan de slag gegaan. Daar verdient hij zeker mijn complimenten voor, hij is namelijk in bijna 40 jaar de enige bestuurder die bereid was in deze zaak de regels te handhaven. Nu lees ik echter in het artikel in Tubantia van 23 september 2016, dat de gemeente bereidwillig zou zijn om te bekijken of de agrarische bestemming alsnog kan worden aangepast. Ik ben uiteraard blij voor Heintje en Gerard Companje, dat er mogelijk toch nog een oplossing gevonden kan worden, waardoor beiden nog een aantal jaren hun levenswerk, op een andere en meer bescheiden wijze kunnen voortzetten, zonder andere bedrijven oneerlijke concurrentie aan te doen. Dat heb ik ze inmiddels ook al laten weten. Ik vraag mij echter wel af, waarom de burgemeester deze weg niet al in 2013 is ingeslagen. Dat had alle betrokkenen namelijk veel frustraties en bovenal veel kosten kunnen besparen.

Er lijkt dus een opening te zijn of te komen in dit dossier dat zich al zo lang voortsleept (als we dit artikel tenminste mogen geloven) en waarin veel burgemeesters en gemeenteraden in het verleden kilo’s boter op hun hoofden hebben gestapeld. Ik ben echt blij als dit werkelijk gaat lukken en we eindelijk een streep kunnen zetten onder een dossier, maar we als gemeente zeker niet trots op kunnen zijn. Ook Heintje en Gerald zijn, zoals ze zelf aangeven, 'best wel ondeugend' geweest de afgelopen jaren. Zowel de gemeente als Heintje en Gerard Companje hebben niet gedaan wat ze moesten doen, dus lijkt mij een compromis een aanvaardbaar resultaat. Ik ben heel benieuwd naar de afloop en hoop op eind goed, al goed. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten