Het gebeurt niet regelmatig dat een door mijn partij geïnitieerde
motie bij de indiening al wordt ondersteund door een meerderheid. Bij de motie,
een andere invulling te geven aan de rol van de stadsbouwmeester, was dit echter wel het geval. Ik moet zeggen dat ik met een goed gevoel richting de
raadsvergadering van 15 november 2016 vertrok, met in mijn tas een motie die
het dus zeker zou gaan halen. Ik kan dus niet ontkennen dat er sprake was van enige
teleurstelling, toen bleek dat er een aantal raadsleden niet aanwezig waren,
waardoor er plotseling fysiek voor mijn motie geen meerderheid aanwezig was in de raadszaal. Ik
heb moeten besluiten deze motie niet in te dienen en zal deze op een andere
moment alsnog gaan indienen. Nu heb je eens een motie die een meerderheid heeft
en dan heb je dit weer.
Het CDA diende een motie in over het verlagen van de eigen
bijdrage WMO voorzieningen. Zoals verwacht had de wethouder met de uitvoering problemen, want het zelf aan de knoppen draaien is praktisch onmogelijk en
het onderzoek naar de effecten zijn ook lastig in kaart te brengen als je niet
over de juiste parameters kunt beschikken. De VVD vond dit ook niet het juiste moment om over de financiële gevolgen van WMO maatregelen te debatteren, tenslotte ging het hier over de verordening en een gemeente moet zich bovendien (gemeentewet) ver houden van inkomenspolitiek. De wethouder was echter heel coulant
en spande zich in de, op zich sympathieke motie, te redden. Regelmatig deed hij
namelijk een handreiking richting het CDA met o.a. uitspraken zoals: “Als ik deze motie
zo mag interpreteren” en “Als ik dit op deze manier mag lezen”. Na enkele schorsingen gaf
mijn nieuwe collega Roswitha Uitslag de wethouder aan, dat hij deze motie mocht
interpreteren zoals hij dit wilde en kon de motie door de wethouder worden overgenomen. Of we op deze manier met ingediende moties om dienen te gaan, waag
ik te betwijfelen, maar in dit geval maak ik een uitzondering. Ik gun Roswitha dit
succesje namelijk wel, maar een volgende keer komt zij hier, wat mij betreft, niet zo makkelijk mee weg.
De agenda van Twente is zeker nog geen gelopen koers en
vrijwel alle partijen zijn van mening dat we lering moeten trekken uit de
laatste agenda van Twente. Een aantal partijen, waaronder de VVD, zette grote
vraagtekens bij de mogelijkheden die men heeft om een juiste evaluatie uit te
kunnen voeren. Dat de agenda van Twente resultaten heeft gehad wordt niet
ontkend, maar hoe we dit kunnen meten en of Twenterand daar voldoende van heeft
geprofiteerd riep zeker vragen op.
Tegen een verkenning m.b.t. een mogelijke nieuwe agenda van
Twente bestaan niet zo veel bezwaren. Duidelijk werd wel dat, als we zouden
besluiten het dividend van Twence zelf te gaan gebruiken voor een agenda van
Twenterand , dit niet zo maar kan. Het dividend van Twence is namelijk
geoormerkt en kan alleen gebruikt worden om iets te doen met de afvalstoffenheffing.
Op zich natuurlijk goed voor onze inwoners als deze heffing naar beneden kan, maar als we iets met een agenda
voor Twenterand willen doen, zullen we dus op een andere manier hiervoor geld
beschikbaar moeten stellen. Dat wordt in de huidige financiële situatie best nog een hele opgave.
Het laatste onderdeel van de agenda ging over de 'dekking
vonnissen inzake grondtransacties Oosterweilanden'. Een heikel onderwerp en een
zwarte bladzijde in de geschiedenis van politiek Twenterand. Aangezien de zaak
nog onder de rechter is kon niet alles worden gedeeld en dat begrijp ik. Dat echter zaken die
wel in de openbaarheid zijn door de voorzitter in de vertrouwelijk werden
betrokken, gaat mij echter te ver. Als het college in de openbare stukken aangeeft
dat zij een second opinion hebben laten uitvoeren en dat die uitwijst dat er
een reële kans is op een positieve uitspraak van de rechter, mag ik namens mijn
partij toch ook aangeven dat onze adviseurs hier anders over denken? Voor de
VVD moeten we deze kwestie zo veel mogelijk in de openbaarheid bespreken,
waarbij we natuurlijk een uitzondering maken over de strategie en inbreng met
betrekking tot de komende zittingen. Maar het krampachtig proberen zaken
binnenkamers te houden moet naar mijn mening afgelopen zijn. Dat het college de
raad niet heeft geïnformeerd, dat ook de eisers in hoger beroep zijn gegaan en
in dupliek inmiddels 2.2 miljoen euro van de gemeente eisen, valt de portefeuillehouder
te verwijten. Ook het feit dat vanuit het gemeentehuis enige maanden geleden werd aangegeven dat de rentemeter ondertussen al op 40.000,= euro stond, bleek helaas onjuist. Juist in dit dossier moeten we met de billen bloot, zo veel
mogelijk opening van zaken geven en moet de juiste informatie worden verstrekt. Ook de schijn dat we zaken in dit dossier
achterhouden dienen we te vermijden. De VVD is het overigens slechts ten dele
eens met de door het college gevonden dekking en heeft hierover een
stemverklaring afgegeven. Dat we niet tegen deze voorgestelde dekking hebben gestemd is
gelegen in het feit dat we al vanaf november 2015 gevraagd hebben om een
dekking en het naleven van het vonnis. Daaraan heeft het college nu eindelijk gehoor gegeven en
wanneer en of en hoe we de aannames in de dekking gaan en kunnen realiseren zullen we
nauwlettend volgen en afhankelijk van de gang van zaken hierop politiek reageren.
Voor 6 en 7 december staan er weer enkele belangrijke
onderwerpen op de agenda. We gaan met
elkaar debatteren over de bezuinigingen op de subsidies en het zwembad. Maak de
borst dus maar vast nat. Valt op 20 december 2016 dan eindelijke de beslissing over
een nieuw overdekt zwembad? We gaan het zien, voorlopig houdt de politiek ons mooi van de straat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten