maandag 11 januari 2010

Verkiezingsretoriek en debatten barsten los!

In de politiek worden discussies gevoerd over onderwerpen die iedereen aangaan. Deze discussies vinden (als het goed is) in de openbaarheid plaats, waardoor iedereen die dat wil een steentje kan bijdragen. In de praktijk betekent dit dat over een bepaald onderwerp verschillende meningen naar voren worden gebracht die met verschillende argumenten onderbouwd worden. De vraag is dan natuurlijk wel wie er gelijk heeft, maar die vraag blijkt bijna nooit objectief te beantwoorden. Natuurlijk spelen argumenten een belangrijke rol in een redenering. Maar er zijn andere factoren in het spel dan uitsluitend logica. Aristoteles, de belangrijke Griekse filosoof (384 – 322 voor Christus), legde de basis voor de Ars Retorica; aanvankelijk betekende dat: de kunst van het spreken in het openbaar. Later zijn de termen ook wel vertaald als: de kunst van het overtuigen.

Manipulatie/beïnvloeding
Een spreker die zijn mening verkondigt, kan zijn stelling slechts aannemelijk maken; het gebeurt niet vaak dat hij die kan bewijzen (behalve natuurlijk als zijn stelling betrekking heeft op een exact onderwerp!). In het debat neemt manipulatie/beïnvloeding een onuitwisbare plaats in. En zeker in de laatste eeuw met de opkomst van de audiovisuele media is die beïnvloeding erg toegenomen. Denk maar eens aan alle reclame op radio en tv; eigenlijk is reclame een redenering die jou ervan probeert te overtuigen dat product X beter is dan product Y en dat je product X dus moet kopen. Vaak worden zaken in zo’n redenering betrokken die niets met het product op zich te maken hebben (psychologische meerwaarde: de auto die zo milieuvriendelijk is; het mobieltje dat je gratis krijgt bij de aanschaf van een breedbeeld-tv).

Scorebord-campagnevoering!
Tijdens verkiezingen is het altijd zo dat een paar onderwerpen bij iedere partij aan de orde komen, als de zogenaamde “hot issues”. Ook maakt men gebruik van “verkiezingitems", onderwerpen die goed liggen bij de kiezers, de pers halen maar misschien niet altijd 100% realistisch zijn.
Iedere partij probeert de kiezer ervan te overtuigen dat haar standpunt het beste is en dat de kiezer dus op haar moet stemmen. Dat ook hierbij factoren een rol spelen die niets met wiskundige logica te maken hebben, blijkt uit het gegeven dat iedere partij haar best doet een charismatische lijsttrekker te benoemen. Charisma (uitstraling) is dus een factor die kiezers over de streep moet trekken als dat door argumenten niet lukt. Ook in Twenterand doen alle partijen mee aan deze scorebord-campagnes, geen enkele partij uitgezonderd.

Wat zijn die factoren om de kiezer te overtuigen?
Zoals boven al werd gezegd is uitstraling van de spreker een factor. Maar ook diens levensbeschouwing of geloof kan een rol spelen. Deskundigheid wordt zeer op prijs gesteld (hoewel uit onderzoek is gebleken dat een aantrekkelijke deskundige eerder geloofd wordt dan een onaantrekkelijke deskundige die hetzelfde beweert – het uiterlijk speelt dus ook een rol).
Een opvallende en positieve uitzondering ten opzichte van je tegenstander kan een belangrijk voordeel opleveren mits je dit benadrukt.De VVD Twenterand heeft de enig vrouwelijke lijsttrekker en zal hier dus zeker gebruik van gaan maken.

Hoe een debater een standpunt verdedigt kan ook een factor zijn: met of zonder humor, aarzelend of kordaat, boeiend of saai? De woordenschat kan van belang zijn: spreekt een debater begrijpelijk of gebruikt hij te veel vaktaal, gebruikt hij niet te vaak dezelfde woorden? Is het onderwerp belangrijk genoeg? Welk belang heeft de spreker erbij dat zijn opvatting geaccepteerd wordt? Waar en op welk moment iemand iets beweert, kan ook een factor zijn.
Vindt het debat plaats op tv, komen er nog allerlei complicerende zaken bij. Zoals de rol van de regisseur of gespreksleider: wat laat hij zien of vraagt hij en op welk moment doet hij dat? Snapt hij/wil hij snappen wat zijn gesprekspartner beweert? Stelt hij objectieve vragen of vragen waaruit blijkt dat hij een bepaald antwoord wil horen?
Debaters houden soms rekening met wat hun publiek wil horen, het maakt heel wat uit of je voor medestanders of tegenstanders spreekt; aan het slot van hun betoog proberen ze bijvoorbeeld twijfelaars over de streep te trekken door in te spelen op gemeenschappelijke emoties. Of ze proberen de lachers op hun hand te krijgen als de opponent toch eigenlijk ook wel een goede debater was.

De meeste ervaren debaters zorgen ervoor dat hun redenering deugdelijk is: hun argumenten zijn acceptabel voor de meeste toehoorders waardoor hun conclusies aannemelijk zijn. Het publiek laat zich al of niet overtuigen; als dat wel het geval is, acht het de stelling(en) van de spreker bewezen. Maar eigenlijk is het ertoe overgehaald de mening van de spreker te delen, de mensen zijn van zijn standpunt overtuigd en beschouwen die overtuiging dikwijls als een universele waarheid.

Ik verheug me persoonlijk heel erg op de komende verkiezingsdebatten en zal, indien ik daartoe in staat gesteld wordt, u als kiezer op basis van argumenten trachten te overtuigen op de VVD te stemmen. Want van mijn uiterlijk moet ik het zeker niet hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten