vrijdag 25 november 2011

Toen kwam de olifant met zijn lange snuit en…….

Natuurlijk is de politiek eindverantwoordelijk en is een college binnen een gemeente bestuurlijk verantwoordelijk voor de gang van zaken. Op provinciaal, landelijk en zelfs Europees niveau is dit niet anders. In dit krachtenspel spelen de ambtenaren echter een heel belangrijke rol. Zij vormen de stabiele kracht die de ambtelijke stukken voorbereiden en de bewindvoerder voorlicht over de te volgen strategie en over de consequenties van een voorgenomen beleid of beslissing. In feite een goede zaak, want de ambtenaren zitten er over het algemeen veel langer dan de politici en moeten door hun ervaring in staat zijn een meer onafhankelijke kijk op de zaken te hebben. Maar verder mag het natuurlijk niet gaan, de politiek neemt hierna zijn eigen beslissingen en dat is zeker ook een goede zaak en een verankering van onze democratie. Maar dit betekent wel dat de politiek en dus ook de burgers volledig op de ambtenaren en de geproduceerde ambtelijke stukken moet kunnen vertrouwen. Het kan, verantwoordelijke politici zelfs de kop kosten als de door de ambtenaren aangeleverde stukken of voorlichting onjuist zijn.

Laat ik hierover eens een verhaaltje schrijven:
Op een mooie, wat mistige morgen, laten we zeggen 17 november 2011 vindt er een gesprek plaats tussen een ondernemer, één of meer ambtenaren en een wethouder. Als locatie nemen we gemakshalve het gemeentehuis van Twenterand te Vriezenveen. De ondernemer probeert al heel lang iets te beginnen, in een voor een groot gedeelte leegstand pand in de directe omgeving van het gemeentehuis. Aangezien er al jaren niets met dit pand kon worden gedaan, omdat het bestemmingsplan dit niet mogelijk maakte, werd het aanzicht van dit pand er niet beter op en de term verpauperd werd zelfs wel eens gebezigd. Achter de schermen zat men echter niet stil, waarbij de ellenlange e-mails van de ondernemer, de kennelijke miscommunicatie tussen de diverse partijen en het feit dat men lijnrecht tegen over elkaar stond over de bestemming van dit pand een ieder opviel. Het ging zelfs zo ver dat een wethouder niet langer rechtstreeks met deze ondernemer wilde communiceren, maar daarvoor een beleidsambtenaar aanwees. Mede ingegeven door ervaringen uit het verleden en we weten het, die geven geen garanties voor de toekomst. Maar zoals gezegd in ons verhaaltje, komen de partijen op 17 november 2011 toch weer eens bij elkaar en legt de ondernemer nogmaals uit wat hij graag met dit pand zou willen. Een vestiging van een supermarkt met een oppervlakte van circa 1000 m2 vormt een onderdeel van zijn plannen. Een, zo op het oog realistisch plan, waarbij er ook in het centrum van Vriezenveen winkelruimte vrij zou komen voor een ander soort winkels, een soort dat het centrum aantrekkelijker zou kunnen maken. Maar volgens de ambtelijk voorbereide stukken is de vestiging van een supermarkt met rond de 1000 m2 meter bedrijfsruimte daar echter niet mogelijk en de bijeenkomst heeft voor de ondernemer dus niet het beoogde resultaat. Dat de aanwezige wethouder blind vertrouwt op zijn ambtenaren, is hem niet kwalijk te nemen, wat moet hij anders, daar moet hij toch op kunnen vertrouwen?

De ondernemer ziet het echter heel anders (dat is overigens niet nieuw) en belt in de loop van dezelfde dag deze wethouder op en vraagt hem om samen nog eens door het voorliggende bestemmingsplan te gaan, waarbij de ondernemer de wethouder precies zal aangeven waarom hij denkt dat zijn plannen geheel, of voor een heel groot gedeelte, wel mogelijk zijn. De wethouder neemt sportief de uitnodiging aan en op de avond van 17 november 2011 buigen beiden zich, wederom in het gemeentehuis van Vriezenveen, over de stukken. De fractievoorzitter van het CDA heeft hen daar zelfs persoonlijk gespot. De wethouder moet na bestudering van de stukken, toegeven dat de ondernemer een punt heeft en dat zijn plannen met de supermarkt wel degelijk binnen dit bestemmingsplan vallen (dat is overigens wel nieuw). Ik kan mij zo voorstellen dat de wethouder daar een heel tweeslachtig gevoel bij heeft gehad. Aan de ene kant, de kennelijk verkeerde voorlichting door zijn ambtenaren die 's morgens nog een negatief signaal afgaven en aan de andere kant misschien de vreugde over een doorbraak om tenminste een begin te kunnen maken met de aanpak van de verpaupering ter plaatse. De ondernemer blij dat hij uiteindelijk gehoor heeft gekregen bij de politiek en de wethouder met gemengde gevoelens en misschien wel met de staart tussen de benen terug naar de ambtenaren.

Tot zover mijn verhaaltje, een verhaaltje dat ik natuurlijk niet zomaar verzin maar een verhaaltje dat misschien wel op waarheid berust. Om hierover zekerheid te krijgen zal ik dit de betreffende wethouder gewoon vragen in het raadsdebat over dit onderwerp op 6 december 2011. Ik houd van duidelijkheid en wil graag weten of dit een waar verhaal is of een sprookje?
Over de consequenties, als dit verhaal op waarheid berust en of dit dan een incident, of misschien wel structureel is, ga ik nu nog niet filosoferen. Maar dat we binnen de gemeente Twenterand een heel groot probleem hebben, als we als college, raad en burgers niet kunnen vertouwen op de aangeleverde ambtelijke stukken dat lijkt mij evident. Maar misschien valt het allemaal wel mee en komt er een olifant met een lange snuit en die blaast het hele verhaaltje uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten