Ik ben voorstander van een zelfstandige gemeente Twenterand . Met “slechts” 35.000 inwoners is
dit, zeker in deze financieel moeilijke tijden en de decentralisatie, echter niet eenvoudig. We zullen steeds moeten
zoeken naar zaken die we, ook door samen te werken, beter en goedkoper kunnen
uitvoeren. Ik heb daar in het verleden al eens iets over geschreven. Persoonlijk
ben ik voorstander van SETA: Samen En Toch Apart. U leest alles over deze vorm
van samenwerken in mijn blog van 24-09-2010
Hoewel Twenterand
een samenwerkingsverband heeft met drie andere gemeenten binnen WT4
(Hellendoorn, Rijssen-Holten en Wierden) houdt dit niet in dat we niet verder
mogen kijken. Op onderdelen werken we ook samen met Almelo en Tubbergen om maar
eens wat te noemen en natuurlijk doen we binnen de regio Twente ook al heel
veel samen. Dat is een goede zaak, althans in theorie. Binnen de diverse samenwerkingsverbanden
dienen namelijk de neuzen wel allemaal de zelfde kant op te staan, om er de
maximale voordelen uit te kunnen halen. Ik heb bij onze samenwerkingsafspraak
binnen WT4 hierover echter zo mijn bedenkingen en ik twijfel zelfs sterk of we
wel op deze wijze moeten doorgaan. Is de WT4 niet trekken aan een dood paard?
Als je als vier gemeenten besluit samen te werken om
uiteindelijk als individuele gemeente beter en goedkoper te kunnen opereren is
dat niet zo maar een afspraak op papier. Dat brengt namelijk ook verplichtingen
met zich mee, waarbij niet alleen naar de lusten gekeken moet worden maar ook
naar de lasten. Over de lusten ontstaat tussen de vier partners vrij snel
overeenstemming, maar helaas over de lasten worden we het niet zo makkelijk met
elkaar eens. Het begrip lasten is hier overigens wel wat subjectief, want net zoals in
het bedrijfsleven moet je vaak eerst investeren voordat je er uiteindelijk aan
kunt gaan verdienen. Als je met vier gemeenten besluit een samenwerkingsverband
aan te gaan, moet je ook bereid zijn dit soort investeringen te doen en de daarmee gepaard gaande kosten bereid zijn voor je rekening te nemen. Dat besef is er
echter niet binnen de WT4 of althans in onvoldoende mate. Men kijkt helaas
(nog) te veel naar de eigen voordelen en neemt de consequenties van een
samenwerking naar mijn mening dus onvoldoende serieus.
Als voorbeeld noem ik de afvalbrengpunten. Voor de totale
bevolking van de WT4 gemeenten zijn twee brengpunten ruim voldoende is gebleken
uit een gezamenlijk onderzoek. Op de (logische) vraag welke afvalbrengpunten
dit dan moeten worden wordt men het niet eens. Iedere gemeente wil zijn eigen
brengpunt(en) namelijk houden.
Een ander voorbeeld betreft de adminstratiesystemen. Vastgesteld
is dat we veel voordeel kunnen behalen als we ook administratief samen gaan
werken. Een vereiste is dan wel dat de verschillende computersystemen op elkaar
afgestemd zijn of worden.
Van drie gemeenten kunnen de systemen communiceren maar van
één gemeente is dit onmogelijk. De oplossing is dus dat deze ene gemeente
overstapt op een ander computersysteem. Dat kost dus geld, maar een meerderheid
van de drie andere gemeenten wil hier niet aan mee betalen. Dat vind ik dus heel
vreemd en ik snap dit ook niet. Als je met elkaar een samenwerkingsverband sluit
moet je proberen er zo veel mogelijk uit te halen en de kosten gaan ook hier
voor de baat uit. Ik ben van mening dat de kosten voor het aanpassen van het
computersysteem van deze ene gemeente opgebracht moeten worden door alle vier
de WT4 gemeenten. Zij gaan er alle vier ook uiteindelijk van profiteren.
Helaas denken ze binnen WT4 niet zo en ik durf te beweren
dat deze samenwerking ten dode is opgeschreven als deze instelling niet
verandert. Dit gaat dus mislukken of de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen moeten
een nieuwe en frisse politieke wind doen waaien in deze gemeenten.
Mijn belangrijkste argument om even wat passen op de plaats
te maken met WT4 is echter het feit dat men er niet uitkomt met de afkoopsommen die
Hellendoorn en Rijssen-Holten moeten betalen voor hun vertrek uit SOWECO. Wie
breekt moet betalen, dus deze gemeenten moeten alle financiële gevolgen van hun
vertrek tot op de laatste cent betalen. Ook de gevolgen voor de komende jaren,
daar ben ik altijd heel duidelijk over geweest. De onderhandelingen over de
hoogte van de afkoopsommen zijn echter vastgelopen en het ziet er naar uit dat
de partijen elkaar bij de rechter weer ontmoeten. Dat kan dus een getouwtrek
van jaren en jaren worden, waarbij alleen de advocaten zich in de handen zullen
wrijven. Twee van de WT 4 partners staan dus lijnrecht tegen over de andere
twee partners. In theorie zou dit meningsverschil een samenwerking op andere
gebieden niet in de weg hoeven te staan, maar ik geloof niet in sprookjes. Ik
ben van mening dat dit zowel op de werkvloeren maar ook bij de bestuurders
negatief doorwerkt en een goede en prettige samenwerking in de weg staat. Het
gaat hier om heel veel geld en “money is the root of all evil” toch?
Dus even passen op de plaats maken wat mij betreft voor WT4.
Afmaken en doorgaan wat in gang is gezet, maar even geen nieuwe zaken oppakken.
Samenwerking kan alleen slagen als alle partijen er volledig voor willen gaan.
Ik heb op dit moment helaas niet de indruk dat dit bij al onze partners het
geval is. Dus om in stijl te blijven, het is code oranje (zwaar weer) voor de WT4 gemeenten.

19 september 2013.
BeantwoordenVerwijderenOndanks dat mijn argumentatie nog steeds overeind staat ben ik ingehaald door de praktijk. In bovenstaand blog van 27 juli 2013 gaf ik aan dat het mij beter leek om met de samenwerking binnen WT4 even passen op de plaats te maken. Ik moet echter constateren dat mijn argumenten niet de gevolgen hebben die ik had ingeschat. De vier gemeenten hebben namelijk specifiek aangegeven graag een volgende stap te willen zetten en concreet op zoek te gaan naar verdere samenwerking. Kennelijk is men wel bereid te investeren in de toekomst en speelt de kwestie Soweco een minder grote rol dat ik heb aangenomen. Ik zat dus mis en eigenlijk is dat een mooie constatering, want ik ben en blijf overtuigd dat verregaande samenwerking noodzakelijk is om onze taken kwalitatief en tegen redelijke kosten te blijven uitvoeren.
Helaas heeft het college nu op heel andere gronden besloten deze volgende stap niet te zetten en dus wel passen op de plaats te maken. Met de argumentatie voor deze stap ben ik het echter niet eens. Ik vind en dat staat ook in dit blog te lezen, dat je bereid moet zijn te investeren, om op termijn binnen een samenwerking volledig te kunnen profiteren van de voordelen van zo'n samenwerking.
Ik zou dus graag zien dat de gemeente Twenterand zich een loyaal partner binnen WT4 betoont en bereid moet zijn een volgende stap te zetten. Als je kiest en tekent voor een samenwerking moet je niet weglopen als je moet investeren. De stip op de horizon is voor mij de gemeentelijke taken uitvoeren met minimaal gelijke of betere kwaliteit tegen lagere kosten. Dat vergt echter wel visie en een dosis lef. Voor een kerntakendiscussie kon het college wel geld vinden om dit te financieren, dan ben ik van mening dat ze nu ook zo creatief moeten zijn en geld moeten vrijmaken om deze volgende stap te zetten. Het is een onderzoeksfase en daar moet Twenterand in ieder geval bij zijn. Dus op dit moment geen passen op de plaats want onze partners willen duidelijk wel degelijk verder. Vraag niet hoe dat kan, maar profiteer er van.