Het zegt meer over hem dan over ons.

Dat ik fractievoorzitter ben voor de VVD Twenterand is volgens mij inmiddels wel bekend. Dat houdt dus in dat ik namens mijn partij primair voor de belangen van alle inwoners van Twenterand opkom. Mijn partij is tegen de nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven, dat waren we, dat zijn we en dat blijven we. Ik kan de inwoners van Twenterand recht in de ogen kijken, ondanks dat anderen dit graag anders willen voorstellen en er weer een verkiezingsitem van willen maken. De discussie over de megastallen is een aantal jaren geleden al afgesloten. We hebben er vervolgens als gemeenteraad en college alles aan gedaan nieuwvestiging van dit soort bedrijven te voorkomen. Onder aanvoering van voormalig wethouder Koster van GBT hebben we zelfs getracht eigen regelgeving te maken om de vestiging van deze bedrijven formeel onmogelijk te maken. Naar onze inschatting hebben we hier in totaal wel 600.000,= euro gemeenschapsgeld aan uitgegeven, maar we zijn helaas wel teruggefloten door de Raad van State. Weer een zelfde soort poging ondernemen en weer extra gemeenschapsgeld uitgeven, met het gevaar dat de Raad van State ons weer terugfluit, lijkt mij echt onverstandig en een ezel stoot zich in het gemeen niet twee keer aan dezelfde steen.

We zijn echter niet terug bij af, de afgelopen jaren is er veel gebeurd. De aanvragen van Family Farmers, Schuttert en Meijer zijn niet alleen van de baan maar er liggen, tot op dit moment, ook geen nieuwe aanvragen voor.  Onze aanpak heeft dus succes gehad al was het alleen maar door de vertragingen die dit heeft veroorzaakt. Intussen zijn er namelijk nieuwe inzichten over dit soort megabedrijven en nieuwe regelgeving voor milieu en volksgezondheid en daar kunnen we dankbaar gebruik van maken.

Kunnen we nu dus achterover leunen en is de strijd gestreden? Nee natuurlijk niet. Het college is daarom ook met een voorstel gekomen en hierover hebben we in de raadsvergadering van 13 november 2013 een besluit genomen. De nieuwvestiging van IV bedrijven wordt door dit voorstel theoretisch dan wel niet volledig onmogelijk gemaakt maar het wordt, mogelijk geïnteresseerde bedrijven, zo lastig gemaakt dat zij zich wel twee keer zullen bedenken alvorens hier aan te beginnen. Voor de bestaande bedrijven zetten we zaken ook niet op slot, dat is voor ons ook een belangrijke afweging geweest. Ook het feit dat we hier spreken van een omgekeerde bewijslast en dat men aan alle genoemde punten moet voldoen zijn voor mij belangrijke factoren geweest om voor dit voorstel te stemmen. We hebben al eens getracht 100% zekerheid te krijgen, dat heeft de gemeenschap heel veel geld gekost en heeft ons uiteindelijk niet gebracht wat wij er van hadden verwacht. 100% zekerheid kunnen wij niet geven, dat kan ook niemand. Deze les hebben we inmiddels wel geleerd, althans dat geldt voor de meeste partijen.

Natuurlijk komt er een compleet nieuw bestemmingsplan buitengebieden, daar zijn al stappen voor gezet en daar gaan we gewoon mee verder. Dat hoeven we echter niet te overhaasten en zo’n nieuw bestemmingsplan heeft meer aandachtspunten dan alleen de vestiging van IV bedrijven. Ondertussen zit de deur voor nieuwvestiging IV bedrijven in onze drie LOG gebieden nog steeds potdicht of in ieder geval klemt deze deur zodanig dat hij vrijwel onmogelijk open kan. Er is dus geen enkel politiek verschil van mening bij de grootst mogelijke meerderheid van deze raad over de doelstelling (inclusief GBT), alleen over de manier waarop we er nu mee verder gaan, denken we iets anders. Ik ben er van overtuigd dat dit collegevoorstel ons voldoende garanties biedt om ook in de toekomst dit soort bedrijven te blijven weren uit de LOG gebieden in Twenterand.  Dat was en is het breedgedragen uitgangspunt. Over andere gemeenten hebben we natuurlijk geen zeggenschap, maar we hebben er natuurlijk wel mee te maken, we leven niet op een eiland. Ik ontving informatie dat bijvoorbeeld de gemeente Almelo op de grens met Twenterand (Waterrijk) vergunning gaat verlenen aan een grootschalig varkensbedrijf. Met deze realiteit hebben we dus ook te maken. Wij kunnen ons heel erg druk maken maar er zijn zaken waar we geen of weinig invloed op hebben. Op mijn vraag hierover bevestigde wethouder Engberts dat hij deze geluiden ook vernomen had en hierover contact zou opnemen met zijn collega in de gemeente Almelo.

Ik betreur dat dit onderwerp dreigt te escaleren in een gevecht voor de bühne met Gemeentebelangen Twenterand, met in het achterhoofd de komende verkiezingen. De discussie wel of geen megastallen of varkensflats ligt al lang achter ons en de raad is hierover vrijwel eensgezind. Er is hierover tussen de VVD en GBT dan ook geen enkel verschil van mening. Er zijn echter meerdere wegen die naar Rome leiden en voor mij en mijn partij is het collegevoorstel de weg die we moeten bewandelen om daadwerkelijk onze eindbestemming te bereiken. Die eindbestemming luidt: Geen nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven in Twenterand.  GBT heeft een voorkeur voor een iets andere route en dat mag natuurlijk maar uiteindelijk beslist de meerderheid, dat noemen we dus democratie.  Voor sommige partijen is dit echter alleen democratie als hun eigen voorstellen overgenomen worden. Het is echter uiteindelijk een kwestie van koppen tellen en daarop inspelen. Door tegen te stemmen help je echt niet mee deze IV bedrijven te weren. Als het politieke spel gespeeld is dien je de uitkomsten te accepteren en je als partij af te vragen wat beter is, een half ei of een lege dop? Deze tegenstem van GBT geeft in ieder geval geen constructief signaal af om IV bedrijven te weren en dat leek mij toch de bedoeling? Je moet eervol een (politiek)verlies accepteren en daarbij je oorspronkelijke doelstelling natuurlijk wel in het oog houden. In de politiek is niet alles wat je wilt haalbaar dat is de realiteit en je hierbij neerleggen is geen nederlaag, maar het hoogst haalbare op dat moment.

Over eervol een politiekverlies accepteren gesproken. Marcus Elzinga van GBT gaf aan te twijfelen aan de oprechte bedoelingen van de andere partijen, waaronder dus die van mij en mijn partij. Dat hij aan mijn bedoelingen twijfelt vind ik niet zo erg, ik weet niet alleen wie het zegt maar bovenal kan ik mij hiertegen in een rechtstreeks debat met hem heel goed verdedigen. Hij twijfelt hier echter ook aan de oprechte bedoelingen van de leden van de VVD en de kiezers die op onze partij hebben gestemd en die kunnen zich hiertegen niet verdedigen. Dat neem ik hem dus bijzonder kwalijk en hij doet deze inwoners van Twenterand hier duidelijk mee te kort. Ik noemde het in het debat zelfs "schofferen" en daar neem ik niets van terug.  Het zegt gelukkig meer over hem dan over onze leden en kiezers en daar wil ik het maar bij laten. Duidelijk over het randje en helaas typerend voor de manier van oppositie voeren van GBT.  Buiten de orde wat mij betreft en het doet de lokale politiek helaas geen goed.