zondag 18 mei 2014

Irritatie is hier zeker niet op z'n plaats

Met verbazing heb ik zaterdag 17 mei 2014 een artikel in dagblad Tubantia gelezen waarin wethouder Oordt aangaf het doel van de schriftelijke vragen, gesteld door GBT, niet te snappen. Ik kan mij best voorstellen dat je als bewindspersoon niet altijd blij bent met schriftelijke vragen en deze soms lastig vindt. Ook kan ik mij voorstellen dat deze vragen gezien een lopend proces je niet zo goed uitkomen. Wat ik mij echter totaal niet kan voorstellen is dat je dit niet snapt en helemaal niet dat je hier geïrriteerd over raakt. De raad heeft een controlerende taak en als je deze taak serieus neemt ontkom je er niet aan om op enig moment als raadslid of partij vragen te stellen. Soms doe je dat rechtstreeks onder vier ogen, soms via een mail maar de raad heeft ook het instrument schriftelijke vragen ex. artikel 40 ter beschikking. Dat is in de dualistische structuur één van de meest geëigende middelen om in het openbaar politieke vragen te stellen, vooruitlopend op een mogelijk debat over zo’n onderwerp.

Als je hierdoor geïrriteerd raakt zit er volgens mij wat fout en ga je er van uit dat de vragen op de persoon gericht zijn. Er is een duidelijke scheidslijn tussen het politieke spel en het spelen op de persoon of man. Het dient bij dit soort schriftelijke vragen altijd om de politieke relevantie te gaan. Je kunt het met een bewindspersoon politiek volledig oneens zijn, maar vervolgens wel een normale persoonlijke verhouding met zo’n iemand hebben. Dat probeer ik namens mijn partij ook altijd na te streven. Het college of andere raadsleden mogen mij best lastig vinden maar over legitieme politieke vragen geïrriteerd raken kan dus naar mijn mening niet.

Waar hebben we het hier over? GBT heeft schriftelijke vragen gesteld over de gang van zaken met betrekking tot de verplaatsing van Autobedrijf Schmidt naar het bedrijventerrein Almelo-Oost. Een onderwerp dat volop in de belangstelling staat en waarover ik namens de VVD op 3 december 2013 met wethouder Oordt ook een raadsdebat heb gevoerd. Tijdens dit debat gaf de wethouder aan, dat autobedrijf Schmidt schriftelijk te kennen was gegeven zijn huidige locatie op 1 juli 2014 leeg op te moeten leveren. Ook betrok, de wethouder, tegen de orde in, zelfs de publieke tribune bij dit debat door op wat theatrale wijze Arjan Leemans aan te geven dat hij op 1 juli 2014 de sleutel zou ontvangen van de dan ontruimde locatie. Het bedrijf Leemans had namelijk het hoogste bod uitgebracht op deze locatie en was kennelijk de beoogde koper. Ik gaf aan het vreemd te vinden dat er hier nog geen notariële akte over was opgemaakt, met als ontbindende voorwaarde de noodzakelijke bestemmingsplanwijziging. Dat was volgens de wethouder niet nodig, hij vertrouwde Arjan Leemans volledig. Het gaat hier natuurlijk niet om het feit of je iemand wel of niet vertrouwt,  het heeft helemaal niets met vertrouwen te maken.  Je dient gemaakte afspraken op papier vast te leggen, zeker als het over aan- en verkoop van onroerend goed gaat en hier gemeenschapsgelden bij betrokken zijn. Ook hier maakt deze wethouder het dus in mijn ogen te persoonlijk. Dit debat is terug te kijken via deze link en het is één van de laatste onderwerpen, na zo’n drie uur vergaderen. Ook in deze beantwoording is zijn reactie tijdens het debat op z'n minst opvallend. Dit dossier lokt kennelijk opvallende reacties uit en niet alleen bij de wethouder.

Dat een politieke partij zes weken voor 1 juli 2014, vragen stelt over de stand van zaken, als er nog geen spa in de grond is gezet voor de nieuwbouw van het autobedrijf op het bedrijventerrein Almelo-Oost, lijkt mij heel logisch. Deze verhuizing is namelijk mede mogelijk gemaakt door een financiële vergoeding door de provincie, waarvoor de gemeente Twenterand garant staat.  Natuurlijk is het daarbij van belang kennis te hebben van het oorspronkelijke koopcontract (2010) van de huidige locatie tussen de gemeente en autobedrijf Schmidt en de voorwaarden die daarin worden vermeld. Dat men vraagt om een afschrift van de gemeentelijke aanzegging op 1 juli 2014 de huidige locatie leeg op te leveren is ook heel legitiem. Ook de vragen hoe het staat met de transactie m.b.t. de overdracht van de huidige locatie naar het bedrijf Leemans zijn volstrekt relevant in deze zaak. Al deze vragen zijn niet op de persoon gericht en hebben allemaal betrekking op de zaak dus daar past irritatie van de betrokken wethouder naar mijn mening volstrekt niet bij. Overigens heel opvallend dat in het artikel wordt aangegeven dat er bij de verlening van de bouwvergunning afgesproken zou zijn dat Autobedrijf Schmidt nog twee jaar mag blijven zitten op de huidige locatie. Dat zal de beoogde koper, transportbedrijf Leemans leuk vinden en hoe dit dan weer te rijmen valt met de aanzegging het pand voor 1 juli 2014 te moeten verlaten roept weer extra vragen op. Kortom of de wethouder er nu geïrriteerd over is of niet binnen 30 dagen krijgen we de antwoorden op deze terechte vragen en dat stemt mij dan  best wel weer een beetje vrolijk. Want dat is onderdeel van onze democratie en dat is helaas niet overal in de wereld een vanzelfsprekendheid.

Overigens hebben deze zaken niets met het wel of niet doorgaan van de nieuwbouw van autobedrijf Schmidt te maken. Het gaat hier uitsluitend over de gevolgde procedures en of de raad hier voldoende en juist over is ingelicht. Ik hoop van harte dat de spa snel de grond in kan voor de nieuwbouw van autobedrijf Schmidt, het heeft allemaal al veel te lang geduurd. Dat in het artikel de rol van ambtenaren als belangrijkste oorzaak voor de vertraging wordt gezien, geeft te denken maar of dat werkelijk ook zo is? Er zijn hier natuurlijk meer oorzaken die vertragend hebben gewerkt. Oorzaken waar de ondernemer geen of weinig invloed op had maar er wel mee werd geconfronteerd. Nu zoals Mark Schmidt zelf zegt:  “Vol gas door”  zodat we over een paar maanden de opening van het nieuwe bedrijfspand kunnen vieren.


Over de politieke afloop van dit dossier gaan we het zeker nog wel hebben want de vragen zijn helder. Met aan te geven dat "zijn uitspraken wellicht iets te enthousiast zijn geweest" komt de wethouder  naar mijn mening niet weg. Laten we hier op basis van argumenten het debat met elkaar dus maar eens aangaan, maar wel zonder enige vorm van geïrriteerdheid, dat lijkt mij echt het verstandigst.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten