Ik ben van mening dat ik als raadslid mijn mening moet
kunnen vormen door de raadsvoorstellen die mij, via het presidium, door het college aangereikt
worden. Ik moet er dus blind op kunnen vertrouwen dat de stukken die mij aangeleverd worden voor de agenda voor raadsdebatten- en raadsvergaderingen,
mij in staat stellen een gewogen beslissing te kunnen nemen.
Ik verschil over dit principiële uitgangspunt kennelijk van mening met portefeuillehouder Johan Oordt en zijn ambtenaren. Ik kom tot deze
stelling, na kennis genomen te hebben van de antwoorden op de schriftelijke vragen van de VVD Twenterand en na het lezen van een artikel op de voorpagina van de Twenterand Courant van 9 oktober 2014. In de beantwoording op de vragen geeft het college aan dat met name de bouwhoogte van 20 meter geregeld zou zijn in het raadsbesluit van 27 mei 2014 en dit in de collegebesluiten van augustus en september 2014 dus niet meer aan de orde hoefde te komen. Laat ik daar nu echt heel anders over denken en ik leg u dat in mijn blog graag even uit, ga er maar even rustig voor zitten, het is (weer) een heel verhaal geworden.
Voor
mij liggen de zaken duidelijk, maar dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat ik ook gelijk heb. De Crucq in deze is of de raad bij haar beslissing op 27 mei 2014, via de
haar door het college ter beschikking gestelde agendastukken, kon weten dat ook de
bouwhoogte voor bakkerij Holland deels tot 20 meter werd
geaccordeerd.
Dat is hier dus aantoonbaar niet het geval geweest, deze informatie is ons niet aangeleverd bij de stukken voor de agenda van 27 mei 2014. Dat kan iedereen ook gewoon nakijken, daar is niets geheimzinnigs aan. In het artikel van 9 oktober 2014 in de Twenterand Courant wordt de wethouder/college geciteerd met de woorden: "Van een omissie is geen sprake." De betekenis van het woord omissie luidt: nalatigheid, verzuim, weglating. Als het geen omissie was, moet het haast wel een bewuste keuze zijn geweest en dat
maakt, naar mijn mening, deze zaak politiek wel heel erg fundamenteel. Waarom wordt één van de vier ( en zeker een heel cruciale) vastgelegde bestemmingsplanwijzigingen in de overeenkomst van 24 januari 2014, niet met de raad gedeeld via het raadsvoorstel van 27 mei 2014, maar de andere drie wel? Op z'n minst opvallend, althans voor mij dus wel. Via deze link leest u dit raadsvoorstel met daarin ook de voor mij heel opvallende zin: "Beeldbepalende kenmerken worden niet aangetast". Daar kan dus zeker bij een bouwhoogte van 20 meter toch echt verschillend over worden gedacht.
Je kunt natuurlijk stellen dat een raadslid buiten de
stukken die hem of haar worden aangeleverd bij de agenda, in de andere (niet door het college rechtstreeks aangeleverde stukken) op zoek moet gaan of
het college of een ambtenaar misschien zaken, bewust of onbewust, in een
raadvoorstel niet heeft benoemd. Ik ben van mening dat een raadslid altijd af moet
kunnen gaan op de informatie die hem of haar wordt aangeleverd via de stukken
die aan de agenda zijn toegevoegd. Hij of zij hoeft niet voor Sherlock Holmes te spelen en andere stukken door te spitten. De door het college aangeleverde agendastukken moeten de cruciale informatie bevatten die noodzakelijk is om een
gefundeerde beslissing te kunnen nemen. Dit hoeft niet onnodig uitgebreid, het gaat om de essenties en dit principiële uitgangspunt wordt overigens telefonisch onderschreven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en ik krijg hiervan nog een schriftelijke bevestiging.
Als het college hier anders over denkt verschillen we zodanig
van mening dat dit de hele procedure met betrekking tot raadsbesluiten voor de toekomst, wat mij betreft, in een compleet ander daglicht zet. Ik wil hier dan heel graag een debat over voeren, want als ik als raadslid niet uit kan gaan van de volledigheid van agendastukken, vraag ik mij
af hoe ik mijn functie als raadslid in de toekomst uit moet gaan voeren. Dan moet ik als raadslid of (nog) meer tijd aan mijn controlerende taken gaan besteden of kan ik voortaan maar beter gewoon thuisblijven. In ieder geval hebben we dan een politiek verschil van mening met elkaar, dat veel verder
strekt dan dit specifieke geval.
De feiten spreken voor zich. In het
raadsvoorstel van 27 mei 2014 wordt met geen woord gerept over een bouwhoogte van 20 meter en is dus in deze raadsvergadering ook nooit specifiek aan de orde geweest. Bij mijn
beslissing om op 27 mei 2014 voor deze bestemmingswijziging te stemmen heb ik dit feit, op basis van deze stukken, dus ook niet kunnen mee wegen. De bouwhoogte van 20 meter is overigens ook niet ter sprake gebracht door andere raadsleden, voor hen moet kennelijk hetzelfde gelden. Dat wil overigens niet automatisch zeggen dat dit mijn stemgedrag zou hebben veranderd. Het gaat mij zeker ook niet om bakkerij Holland, want ik ben trots dat we zo'n groot bedrijf in Twenterand hebben, laat daar geen enkel misverstand over ontstaan. Het gaat mij om de uitvoering van het principe dat de raad altijd volledig dient te worden geïnformeerd.
Dat ik
via allerlei andere wegen wel in staat zou kunnen zijn deze informatie te
achterhalen, is hier totaal niet van belang. Een raadslid is nu eenmaal geen detective
die op onderzoek uit moet gaan door bijvoorbeeld alle bestemmingsplannen uitgebreid door te snuffelen. Een raadslid doet het raadswerk naast zijn
normale werkzaamheden en heeft hier dan ook niet altijd de tijd voor. Afhankelijk van de interesse of de zwaarte van het onderwerp bepaalt een raadslid zelf of hij nog aanvullende informatie tot zich wil nemen door nog andere stukken in te zien of aanvullende informatie op te vragen. Een raadslid moet echter ten alle tijden kunnen vertrouwen dat de bij de agenda aangeleverde informatie inzichtelijk maakt waarover hij of zij een beslissing dient te nemen. Een
ambtenaar of portefeuillehouder kan niet zo maar beslissen welke informatie
hij met de raad wenst te delen door zaken weg te laten. Ik wil volledig geïnformeerd worden en zelf bepalen wat er wel en niet belangrijk is. Dat mag zeker in beknopte vorm, maar wel met alle essentiële informatie zodat ik niet alleen een gewogen beslissing kan nemen, maar ook kan bepalen of ik mij verder wil verdiepen in een onderwerp. Als de agendastukken mij deze volledige informatie niet geven, is mijn inziens onze
democratie in gevaar. Dit is dus een interessante politieke discussie die veel verder reikt dan een bouwhoogte van 20 meter.
Dat de portefeuillehouder hier anders over denkt, zoals uit de antwoorden op de schriftelijke vragen en het
artikel in de Twenterand
Courant kan worden opgemaakt, is voor mij en mijn partij, reden hier aanvullende vragen over te stellen. Dit is een fundamentele discussie waarin onze democratische
waarden aan de orde zijn. Het gaat hier dus niet over deze 20 meter, maar over de procedures, het niet aangeven van een bouwhoogte van 20 meter is slechts de aanleiding. Als de standaard hoogte op dit lokale bedrijfsterrein 12 meter is, is een verhoging tot 20 meter een zaak die met de raad gedeeld dient te worden, daar kan volgens mij geen twijfel over bestaan. Dit kan niet afgedaan worden als een zaak van ondergeschikt belang en is wel degelijk ook heel beeldbepalend. Toch was "niet cruciaal" bij navraag het antwoord van één van de ambtenaren en kennelijk dus de reden dat dit feit niet in het raadsvoorstel is opgenomen. Ik ben van mening dat de gemeenteraad uiteindelijk beslist over wat wel of niet cruciaal is en dat een ambtenaar gewoon alle planwijzigingen in een raadsvoorstel dient te vermelden.
In mijn ogen is de raad hier dus onvolledig geïnformeerd. Maar hier denken dit college, deze wethouder en zijn ambtenaren kennelijk anders over. Dat mag natuurlijk, maar de feiten liegen niet en voor mij is dit punt principieel en het laatste woord is hier dan ook zeker nog niet over gesproken. Wel betreur ik het dat we het wederom over de informatievoorziening van het college richting de raad moeten hebben. Het feit dat er hier sprake is van twee planherzieningen achter elkaar waarvan planherziening 1 inmiddels ter inzage heeft gelegen en definitief is geworden maakt het er niet overzichtelijker op. Saillant detail, omdat er hiertegen geen zienswijzen zijn ingediend kan men ook niet over deze planherziening naar de Raad van State. Planherziening 2 ligt nu ter inzage maar daar gaat het niet over de 20 meter bouwhoogte, maar over een verhoging van de al bestaande gebouwen naar 15 meter. Daar kan men echter nog wel een zienswijze over indienen, maar dat levert waarschijnlijk niet echt problemen op, zeker gezien het feit dat in plan 1 de standaard hoogte (buiten het gedeelte van 20 meter) al is gebracht naar 15 meter.Het feit dat de complete informatievoorziening door het college in handen is gelegd van de belanghebbende partij geeft zeker stof voor nog wel een blog, maar ik heb er inmiddels mijn buik meer dan vol van en dat is ook wel te zien. Voordat we echter conclusies gaan trekken eerst maar eens afwachten op de beantwoording van onze aanvullende vragen die ik, namens de VVD Twenterand, inmiddels over deze zaak heb gesteld. Politiek een interessante maar bovendien een heel fundamentele discussie.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten