Een groot artikel in Dagblad Tubantia over Martin Paalman
uit Den Ham en zijn droom een hengelsportwinkel te beginnen. Martin voelt zich
zwaar in de steek gelaten door B en W
van Twenterand. Dat dit artikel stof doet opwaaien is mij inmiddels duidelijk, ik
ben hierover via de social media nu al een aantal keren benaderd. Sommige mensen
vinden het onbegrijpelijk van de gemeente en er zou sprake zijn van grote
bureaucratie etc. etc. Door het sturen van dit soort berichten is men kennelijk
van mening dat ik hier iets tegen zou moeten en kunnen doen.
Laat ik beginnen met te
zeggen dat ik veel respect heb voor de ondernemersmentaliteit van Martin
Paalman. Hoewel zijn rol als slachtoffer van het dakdrama in het FC Twente-stadion
geen rol mag spelen in de beoordeling van zijn aanvraag, is dit natuurlijk wel de oorzaak van zijn huidige
plannen.Goed dat hij niet bij de pakken neer gaat zitten maar zaken onderneemt.
Daar heb ik veel respect voor.
Hij loopt nu tegen regels op. Regels die hij niet begrijpt
en die zijn droom in duigen laat vallen. Dat is een hard gelag en ik kan zijn
frustraties wel degelijk begrijpen. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze
regels dan maar van tafel moeten of er de hand mee dient te worden gelicht. In
het artikel staat de volgende zin: “Dus
ging Paalman op zoek naar panden met een paar honderd meter verkoopoppervlakte
en buiten het centrum. Want de huren in de winkelkern liggen drie keer zo hoog
als net daarbuiten en dat zou voor een hengelsportzaak niet haalbaar zijn”
Hier slaat de heer
Paalman nu precies de spijker op zijn kop. De veel lagere huur t.o.v. de huur in de winkelcentra is de reden
dat detailhandel op bedrijventerreinen niet wordt toegestaan. Dat is ter voorkoming
van oneerlijke concurrentie, die de circa 220 winkeliers in de kernen van Twenterand dan
zouden ondervinden door een tot drie keer lagere huur als we detailhandel op bedrijventerreinen wel zouden toestaan.
Zonder dit verbod houden we geen winkeliers meer over in de kernen en is er van
een winkelhart in onze kernen binnen korte tijd totaal geen sprake meer. Op dit
moment is er al veel leegloop en
staan er winkels leeg. De gemeente doet er alles aan om dit tegen te gaan, maar
detailhandel vrijgeven op de bedrijventerreinen is dweilen met de kraan open en de doodsteek voor veel centrumwinkeliers. Daarom wordt detailhandel op bedrijventerreinen
niet toegestaan en over deze regel is goed nagedacht, in overleg met
bijvoorbeeld het detailhandelsplatform. Voor de zogenaamde volumineuze detailhandel (o.a. bouwmarkten) wordt een uitzondering gemaakt en dat lijkt mij ook logisch.
Het feit dat er op
enkele plaatsen op bedrijventerreinen aantoonbaar toch detailhandel plaats vindt is geen
reden om de regel dan maar in zijn geheel te schrappen. Er rijden ook wel eens
mensen door een rood (stop)licht, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we deze regel dan
maar moeten schrappen. Wel dienen de overtreders aangepakt te worden en daar
ligt voor mij en dus de politiek zeker nog wel een taak, een taak die ik ook zeker ga
oppakken. Als liberaal en voorstander van minder regelgeving zou ik feitelijk voorstander moeten zijn van het afschaffen van deze regel en in theorie ben ik dit ook. Maar theorie en praktijk gaan helaas niet altijd samen en dit is hier nu typisch het geval. Wat het zwaarst weegt moet ook het zwaarst wegen en dat zijn hier zonder twijfel de 220 winkeliers in Twenterand. De realiteit is dat de meerderheid hier ook zo over denkt en we dus samen deze regel hebben vastgesteld. Als je regels stelt moet je deze ook handhaven en dat zonder aanzien des persoons, zelfs als je er mogelijk anders over zou denken.. Dat noemen we democratie en daar hebben we voor gekozen. Ik ben het dus, wat dit betreft, volledig eens met de opstelling van het college.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten