donderdag 18 juni 2015

Elkaar aanspreken of over elkaar twitteren tijdens raadsdebatten?

Als de afgelopen twee avonden met raadsdebatten als voorproefje gelden voor de raadsvergadering over de kadernota op 30 juni dan kunnen we nog wel wat verwachten. Er zijn toch best een aantal zaken besproken waar de partijen onderling verschillend over denken maar ook wordt er op onderdelen verschillend gedacht over collegestandpunten, waaronder zelfs coalitiepartijen. Politiek interessant dus en leve het dualisme. De raad denkt o.a. wat anders over het voorstel van wethouder Engberts over de inzamelstructuur van huishoudelijk afval en GBT heeft nog steeds zijn tanden gezet in het dossier Tonnendijk 160, met als oorsprong de kwestie over de (varkens)megastallen. Ook over de hoogte van de trede op de participatieladder wordt door de diverse fracties verschillend gedacht. CU en de SGP bleken niet bereid te zijn de hoogste trede te beklimmen en dat is uiteindelijk besluitvorming d.m.v. het instrument burgerparticipatie. Dat de SGP sporten op de zondag afwijst is  bekend, maar waarom zij dit weer eens zo nadrukkelijk naar voren brachten tijdens deze debatten is mij een raadsel.

Dat wethouder Engberts de afvalstoffenheffing kostendekkend wil maken heeft de instemming van volgens mij alle partijen. Dat hij echter het uitgangspunt:  “De vervuiler betaalt” hierdoor geweld aan doet kan niet op de instemming van een meerderheid rekenen. Het zit hem voornamelijk in de verdeling tussen vaste kosten (vastrecht) en variable kosten (ledigingen).  Wat moet er onder het vastrecht vallen en wat gaan we berekenen en vanaf wanneer voor de variabele ledigingen. Dat er over dit onderwerp amendementen komen ligt voor de hand.

Over de vestiging van Veneman op de locatie Tonnedijk 160, lijken de kaarten geschud. De drie coalitiepartijen hebben al aangegeven het college te volgen dus dan zijn we snel uitgesproken. Ik heb gisteren nog even de documenten mogen inzien die GBT had opgevraagd bij het kadaster en daaruit blijkt wel degelijk dat er voor de familie Veneman zeker elders in Overijssel ook mogelijkheden lagen. Dat de vestiging van dit bedrijf gevolgen heeft voor de toekomstige uitbreidingsmogelijkheden van andere (familie) bedrijven is zeker een realistische veronderstelling. Ik ben dus van mening dat GBT wel degelijk een punt heeft over de manier waarop het college de motie met de 10 voorwaarden heeft uitgevoerd, maar politiek lijkt de zaak dichtgetimmerd.  Dus hierover nog een debat voeren heeft naar mijn mening niet zoveel zin. Overigens een slechte zaak dat steeds meer besluiten niet genomen worden op basis van argumenten of adviezen en informatie van deskundigen maar om partijpolitieke redenen.

Dat de SGP uit principe de zondag als een bijzondere rustdag beschouwt en dus ook sporten op deze dagen afwijst is bekend en wordt door mij volledig gerespecteerd.  Mijn partij heeft een andere mening over de invulling van de zondag, maar ik zal de SGP niet actief aanspreken op haar mening. Het wordt natuurlijk wat anders als de SGP dit onderwerp zelf ter sprake brengt tijdens een debat. De wethouder (Bert Oudendijk) vragen om het sporten op zondagen tegen te gaan, was zo’n moment waarop ik wel moest reageren, zeker toen de wethouder aangaf dat sporten op zondagen in Twenterand niet mogelijk was. Hij ging hiermee voorbij aan de bestaande situatie in onze gemeente. We zwemmen op zondagen in gemeentebaden, we hebben een voetbalvereniging die op zondag speelt en we verhuren nu ook al zaaldelen voor sportactiviteiten op zondagen. Gelukkig nuanceerde de wethouder zijn eerdere uitspraak en ik heb de SGP aangegeven dat als zij dit punt in willen brengen, ik dus een motie over de invulling van de zondagen van de SGP verwacht. Volgens mij gaf de heer Dekker aan dat dit zal gebeuren, maar of de partij dit door gaat zetten?

Voor mijn partij is burgerparticipatie pas echt zinvol als je als raad ook bereid bent op enig moment de beslissingsbevoegdheid uit handen te geven en de inwoners, onder voorwaarden, dit mandaat te geven.  Dat we hier de kaders nog duidelijk voor moeten vaststellen en dat dit niet in alle gevallen kan of wenselijk is lijkt mij helder, maar je moet wel de bereidheid uitspreken dat je onder voorwaarden hiertoe bereid bent.  Ik heb, namens mijn partij,  de collega-partijen hier specifiek naar gevraagd en de meerderheid van de bij dit raadsdebat aanwezige partijen  (PvdA was verhinderd) waren hiertoe bereid.  Alleen, de één wat duidelijker dan de ander, de CU en de SGP konden dit niet toezeggen.

Ik ben een fervent twitteraar en Tom van den Berg noemde mij zelfs de Twitterkoning, maar of ik daar nu blij mee moet zijn? Hoe dan ook, ik vind twitteren leuk, maar tijdens raadsvergaderingen doe ik dit vrijwel nooit. Niet omdat ik vind dat dit niet zou kunnen, daar is iedereen vrij in, maar bij mij heeft het te maken met een praktisch probleem. Ik heb, als enig raadslid namens mijn partij, mijn aandacht nodig bij alles wat er gezegd wordt en ik heb een mening en die wil ik ook laten horen. Ik heb dus gewoon geen tijd om dan ook nog eens te twitteren.
Tijdens dit debat over de burgerparticipatie werd ik attent gemaakt op een door Bertus Wessels, lid van de CDA fractie en ook persoonlijk aanwezig tijdens dit debat, verstuurde tweet. Ik zal deze tweet even volledig opvoeren incl. de taalkundige onvolkomenheden: “Wel vreemd dat een partij zich niet aanmeldt voor een debat naar wel het meeste aan het woord is. # Twenterand #raadsdebatten

Ik heb hier direct op gereageerd door een punt van orde te maken. Ik vind namelijk dat als een raadslid, aanwezig tijdens dit debat, van mening is dat ik vreemd of tegen de regels handel, hij mij daar, via de voorzitter, direct persoonlijk op moet aanspreken. Ik vind het zeer ongepast en neem het hem zelfs kwalijk, dat hij dit doet via een tweet. Raadsdebatten zijn er namelijk juist voor bedoeld om zaken die je vreemd vindt bespreekbaar te maken en hier het debat over aan te gaan. Dat geldt natuurlijk ook als je van mening bent dat een partij of een raadslid zich niet zou houden aan het reglement van orde. Nee, Bertus Wessels koos er voor dit wereldkundig te maken via een tweet. Een tweet waarin hij mijn naam zelfs niet noemde, terwijl het voor mensen die de politiek een beetje volgen natuurlijk heel duidelijk was, voor wie deze tweet bestemd was.. Het is dat ik gewezen werd op deze tweet, anders had ik zelfs niet kunnen reageren. Ik heb echt een andere opvatting over het begrip raadsdebatten, ik wil met open vizier, duidelijk en transparant, met naam en toenaam met mijn collega-raadsleden communiceren en debatteren terwijl ik deze recht in de ogen kan kijken. Daar horen dit soort tweets tijdens de debatten, in mijn beleving, dus niet bij. Zeker van een raadslid dat het kabinet verwijten maakt over transparantie m.b.t. de belastingplannen is dit op z’n minst extra opvallend.  De balk en de splinter? Stemmingmakerij? Kinne zinne? U mag het zeggen. 

Mag je dan niets over een ander raadslid twitteren? Natuurlijk wel, maar doe dit dan wel door naam en toenaam te noemen en op momenten dat je hem of haar hier niet rechtstreeks op kunt aanspreken. Collega Wessels ging hier dus, naar mijn mening, twee keer in de fout en nogmaals dat neem ik hem kwalijk. Jammer dat hij na afloop van het debat niet naar mij toegekomen is om dit even uit te praten. Enkele andere CDA fractieleden waren hier gelukkig niet te groot voor en dat waardeer ik zeer. Voor mij is deze zaak gesloten er zijn tenslotte belangrijker zaken en dat gaan we 30 juni a.s. wel merken. Maar mogelijk gaan we hier nog wel wat over twitteren. Twitteren blijft tenslotte leuk en soms politiek ook relevant.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten