woensdag 1 juni 2016

Een locatie te ver

Helaas zijn de coalitie en de oppositiepartijen er niet in geslaagd elkaar te vinden in een gezamenlijk standpunt met betrekking tot het vervolg van een hoofdpijndossier dat ondertussen zelfs migraine-achtige symptomen laat zien, de zwembaddiscussie. Door al in de eerste termijn een verklaring voor te lezen gaf Jan Kuilder, namens de gezamenlijke coalitie aan ook grote twijfels te hebben over de onderbouwing van het collegevoorstel. De insteek van de coalitie was dit voorstel uit te stellen en niet alleen te focussen op Vriezenveen-Zuid (Stamper) maar ook Vriezenveen-Noord bij een aanvullende marktoriëntatie te betrekken.

Kwam dit voorstel van de coalitie en geïnitieerd door het CDA voor mij als een verrassing? Nee, want enkele dagen daarvoor was mij dit in een kort telefoongesprek door de fractievoorzitter van het CDA al medegedeeld. Alleen bleek toen al dat dit binnen de coalitie niet zo makkelijk lag, zelfs een dag voor de raadsvergadering werd mij nog door Henk Kerkdijk medegedeeld dat men er nog niet uit was. Kennelijk waren er binnen de coalitie krachten die vasthielden aan het voorstel van wethouder Oudendijk. Dat daarbij in de richting van de CU fractie moet worden gekeken, is niet zo moeilijk te raden na het aanhoren van de Bloody Shame oproep van de fractievoorzitter van deze partij. Ook de wethouder gaf in zijn reactie aan content te zijn met de steun van deze fractievoorzitter. Een wel heel hoog WC eend gehalte overigens.

Dat er buiten raadslid Laarman van de CU ook binnen het CDA enkele raadsleden waren die zich niet konden vinden in het collegevoorstel was een publiekgeheim en daar lagen uiteraard politieke kansen voor de oppositie. Aangezien de coalitie had gekozen om zich te laten vertegenwoordigen door Jan Kuilder als woordvoerder, was het voor het debat beter dat ook de oppositie zich zou laten vertegenwoordigen en uiteraard wordt dit dan de fractievoorzitter van de met afstand grootste partij. Hoewel ik natuurlijk graag mijn inbreng namens mijn partij had willen verwoorden, was dit een juiste en logische beslissing. Mijn complimenten gaan uit naar Mark Paters, hij heeft ook de VVD goed vertegenwoordigd.

De oppositie was bereid mee te gaan met het coalitievoorstel, maar wilde bij de marktoriëntatie ook de locaties Prinsenweg en de Zandstuve betrekken. De coalitie ging wel akkoord met de locatie Prinsenweg maar de locatie de Zandstuve bleek politiek niet haalbaar. Het bad moest en zou in de omgeving van Vriezenveen komen en door de locatie in Vroomshoop er bij te betrekken haalde je mogelijk een gevaarlijke concurrent in huis. De Vriezenveen-lobby binnen de coalitie had dus gewonnen en de ratio helaas verloren.

Namens de oppositie gaf Mark Paters aan dat het voor de coalitie echter stikken of slikken was en dat de Zandstuve in een nieuwe oriëntatie meegenomen moest worden anders zou het collegevoorstel in stemming worden gebracht. Dat laatste wilde de coalitie echter met alle geweld voorkomen, want dan was zeer waarschijnlijk het collegevoorstel verworpen. Na drie kwartier schorsing had men echter het ei van Columbus gevonden en er kwam een orde voorstel op tafel om de stemming uit te stellen. Kennelijk waren de dissidenten zo onder druk gezet dat men het hier wel over eens was geworden. Voor mij best opvallend dat met name Gerrit Laarman, na zijn eerdere duidelijk uitgesproken voorkeur voor de Zandstuve uiteindelijk toch onder de druk is bezweken door ook in te stemmen met dit orde voorstel. Want dat betekende in feite einde verhaal voor de locatie Zandstuve, jammer dat zijn dappere poging uiteindelijk geen resultaat heeft gehad. De oppositie heeft zijn uiterste best gedaan ook de Zandstuve in de oriëntatie te betrekken, dit had recht gedaan aan de mening van veel inwoners van onze gemeente. We moeten nu helaas constateren dat de Vriezenveen-lobby de slag heeft gewonnen en het lijkt er op dat zij daarmee ook de oorlog hebben gewonnen. Maar schijn bedriegt wel eens en of van uitstel geen afstel komt?

Ik betreur het dat de coalitie de handreiking van de oppositie niet heeft aangenomen en dat het breekpunt dus het meenemen van de locatie de Zandstuve is geweest. Waar is deze Vriezenveen-lobby kennelijk toch zo bang voor? Is men dan toch bevreesd dat bij een nieuwe marktoriëntatie zou kunnen blijken dat de locatie de Zandstuve toch de beste optie is?  Dit zullen we nu dus waarschijnlijk nooit te weten komen. De coalitie spreekt in woorden altijd uit dat men bereid is samen te werken en compromissen te sluiten met de oppositie, gisterenavond bleek daar helaas weer eens niets van. De Zandstuve bleek een locatie te ver. Het was politiek gezien een mooi steekspel, maar de uitkomst was voor mij onbevredigend maar misschien geldt dit wel voor alle partijen. Politiek gezien was het een goed debat, waar op het scherpst van de snede werd gestreden maar altijd met respect voor elkaars standpunten. Daar dank ik alle betrokkenen voor, we hebben als oppositie dan wel niet gekregen waar we op hadden ingezet maar dat hoort er nu eenmaal bij en daar kan ik ook best mee leven. 

Helaas ging ik echter toch met een nare smaak in mijn mond naar huis en dat kwam door de opmerking die een fractievoorzitter na afloop van het debat in de richting van de oppositie maakte. Hij gaf aan dat er over de locatie Zandstuve met de coalitie best gesproken had kunnen worden als we hierover als oppositie vooraf contact hadden opgenomen. Huh? Waar haal je het lef vandaan om zo’n opmerking te maken direct na afloop van het debat, dat vraag ik mij echt af. Dat is wel heel erg makkelijk en dit had hij natuurlijk in het debat moeten aangeven.  Maar dat was bij één van zijn collega-fractievoorzitters en een aantal raadsleden van de coalitie beslist niet in goede aarde gevallen.  Als er één ding in het debat duidelijk was geworden dat was het wel dat de locatie de Zandstuve voor een meerderheid van de coalitie onbespreekbaar was. De coalitie had ons vooraf slechts aangegeven uitstel te overwegen maar daar politiek nog niet uit te zijn.  Daar lag op dat moment dus totaal geen rol voor de oppositie en wij zijn ook niet gevraagd om mee te denken richting een oplossing voor de kennelijke problemen binnen de coalitie en er was op dat moment geen enkele reden voor de oppositie met de coalitie over de Zandstuve te communiceren. Ons nu te wijzen op het feit dat we een kans op overeenstemming hebben laten lopen is totaal onrealistisch maar vooral ongepast en deed afbreuk aan het toch inhoudelijk goede gevoel dat ik in eerste instantie had overgehouden aan dit debat. Deze reactie is helaas typerend voor de manier waarop door sommigen binnen de coalitie gedacht wordt over samenwerking. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten