In het debat over de detailhandelsvisie heb ik wederom
het standpunt van mijn partij luid en duidelijk naar voren gebracht schreef
Tubantia. Mijn insteek was het falend
handhavingsbeleid aan de kaak te stellen, een beleid waardoor we nu in een bijna onmogelijke positie zijn gemanoeuvreerd.
Dit falende beleid is eigenlijk de voornaamste reden dat het college met een nieuwe
visie, voor de vestiging van detailhandel op bedrijfsterreinen, komt. Een visie die neerkomt op een generaal pardon voor de overtreders
van de regels en hierdoor wordt misbruik van de regels dus gewoon beloond. De
regels die nu worden gesteld maken het mogelijk dat er ook op bedrijfsterreinen
detailhandel mag worden bedreven. In plaats van een algeheel verbod worden er
nu een groot aantal uitzonderingen toegestaan en worden er grenzen aangegeven en voorwaarden
gesteld. Maar het college behoudt zich ook het recht voor hiervan af te wijken. Dat we grote twijfels hebben of deze grenzen nu wel gehandhaafd gaan
worden en op welke wijze men dit dan wil gaan doen is een vraag die ik meermalen
in het debat met de wethouder heb gesteld. Ook een open eind regeling voor de gestelde grenzen is voor mij heel verbazingwekkend. Dat we door deze aanpassing gelijk een rechtszaak voorkomen is natuurlijk mooi meegenomen, maar geeft natuurlijk wel te denken.
De toezegging dat men nu wel pro-actief gaat optreden tegen overtreders van de nieuwe regels heb ik
niet of althans onvoldoende gekregen. ‘Als er in de toekomst gehandhaafd gaat
worden is dit op basis van het bestemmingsplan en niet op basis van
overtredingen van voorwaarden die opgenomen zijn in deze nieuwe
detailhandelsvisie’ gaf de wethouder aan. Huh? Dus over handhaving m.b.t. de detailhandelsvisie moet
ik het niet met mevrouw van Abbema hebben, maar met wethouder Scholten. Gaan we dan per locatie een
bestemming vaststellen en krijgt de ene locatie op een bedrijfsterrein een bedrijfsbestemming en een andere een winkelbestemming en bovendien een specifieke benoemde winkelbestemming? Lekker duidelijk allemaal. Kortom vragen te over en
ook de provincie zal hier zeker vragen bij stellen. Dit is namelijk een visie die vragen oproept
Het feit dat we een visie gaan vaststellen waarvan we
niet weten of de provincie deze accepteert en we dus ook juridisch niet weten
of deze stand zal houden is een vreemde en onwenselijke zaak. Bovendien wordt
in deze nieuwe visie een generaal pardon gegeven aan de overtreders van de
huidige visie en zij worden voor hun bewuste overtredingen dus beloond. We
begeven ons bestuurlijk hiermee op een hellend vlak. Of een bedrijf overigens
nu 1 persoon in dienst heeft of 50 en meer, mag wat mij betreft, voor de
uitvoering en handhaving van regels geen enkel verschil maken. Waarom deze aantallen door
de wethouder dus genoemd werden, is mij niet helemaal duidelijk.
De VVD is een liberale partij en is tegen te veel
regelgeving en regels die we niet willen of kunnen handhaven moeten we
schrappen. Vanuit deze liberale insteek is mijn partij uit principe voorstander
om de vestiging van detailhandel vrij te geven en het aan de ondernemers zelf over
te laten waar zij hun nering willen bedrijven. Ook wat betreft de verkoop op
zondagen vinden wij dat de gemeenten hierin een ondergeschikte rol moet spelen
en dit over moet laten aan de ondernemers zelf.
De politieke realiteit in Twenterand is echter dat er voor
deze liberale uitgangspunten tot op dit moment nog geen politiek draagvlak te
vinden is en bovendien is het detailhandelsplatform namens meer dan 200
ondernemers niet echt voorstander van een verruiming van de regels voor detailhandel
op bedrijfsterreinen. Daar hebben we als lokale partij dus mee te maken en dat
is voor de VVD Twenterand totaal geen probleem. Onze prioriteit ligt namelijk in
Twenterand en niet in Den Haag. De handelswijze van het college in het verleden
zet ons nu dus voor het blok of met de rug tegen de muur en dat voelt beslist
heel onprettig. Beslist slordig was overigens dat er een onjuiste concept
visie bij de stukken was aangeleverd, waardoor de tweede termijn over dit
belangrijke onderwerp verdaagd werd. Tsja….er is wel meer fout gegaan in dit
dossier dus dit kon er nog wel bij. De tweede termijn werd hierdoor dus verdaagd en dat vond ik best jammer., ik had nog wel een aantal vragen richting mijn collega's en de wethouder en het moment was er rijp voor. Op een volgend moment direct met een tweede termijn beginnen is toch anders. De wethouder moet echter beslist gaan bewegen op het gebied van de handhaving en duidelijke toezeggingen gaan doen. De inwoners, waaronder de ondernemers moeten
weten waar ze nu aan toe zijn bij deze gemeente. Als de wethouder dit niet kan
toezeggen moet je de vestiging van detailhandel op bedrijventerreinen maar
helemaal vrijgeven. Terug naar de voorwaarden uit de oude visie en hierop gaan handhaven is een soort mission impossible en dat loopt vaak alleen in films goed af, dat mag dit college zich echter volledig zelf aanrekenen. Wat hebben regels die je toch niet wilt handhaven echter voor zin? Dan worden het weer chaotische toestanden, waar de brutalen het voor
het zeggen krijgen. Ik wil dit, namens mijn partij beslist voorkomen. Hopelijk dat de tweede termijn het standpunt van de wethouder nog kan beïnvloeden, zij heeft eerder laten blijken dat ze best oren heeft voor goede argumenten. We gaan het zien, maar zeker is dat ik er op dit moment nog niet uit ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten