donderdag 29 juni 2017

Als je regels stelt, moet je deze ook handhaven.

In het debat over de detailhandelsvisie heb ik wederom het standpunt van mijn partij luid en duidelijk naar voren gebracht schreef Tubantia. Mijn insteek was het falend handhavingsbeleid aan de kaak te stellen, een beleid waardoor we nu in een bijna onmogelijke positie zijn gemanoeuvreerd. Dit falende beleid is eigenlijk de voornaamste reden dat het college met een nieuwe visie, voor de vestiging van detailhandel op bedrijfsterreinen, komt. Een visie die neerkomt op een generaal pardon voor de overtreders van de regels en hierdoor wordt misbruik van de regels dus gewoon beloond. De regels die nu worden gesteld maken het mogelijk dat er ook op bedrijfsterreinen detailhandel mag worden bedreven. In plaats van een algeheel verbod worden er nu een groot aantal uitzonderingen toegestaan en worden er grenzen aangegeven en voorwaarden gesteld. Maar het college behoudt zich ook het recht voor hiervan af te wijken. Dat we grote twijfels hebben of deze grenzen nu wel gehandhaafd gaan worden en op welke wijze men dit dan wil gaan doen is een vraag die ik meermalen in het debat met de wethouder heb gesteld. Ook een open eind regeling voor de gestelde grenzen is voor mij heel verbazingwekkend.  Dat we door deze aanpassing gelijk een rechtszaak voorkomen is natuurlijk mooi meegenomen, maar geeft natuurlijk wel te denken.

De toezegging dat men nu wel pro-actief gaat optreden tegen overtreders van de nieuwe regels heb ik niet of althans onvoldoende gekregen. ‘Als er in de toekomst gehandhaafd gaat worden is dit op basis van het bestemmingsplan en niet op basis van overtredingen van voorwaarden die opgenomen zijn in deze nieuwe detailhandelsvisie’ gaf de wethouder aan. Huh?  Dus over handhaving m.b.t. de detailhandelsvisie moet ik het niet met mevrouw van Abbema  hebben, maar met wethouder Scholten. Gaan we dan per locatie een bestemming vaststellen en krijgt de ene locatie op een bedrijfsterrein een bedrijfsbestemming en een andere een winkelbestemming en bovendien een specifieke benoemde winkelbestemming? Lekker duidelijk allemaal. Kortom vragen te over en ook de provincie zal hier zeker vragen bij stellen. Dit is namelijk een visie die vragen oproept 

Het feit dat we een visie gaan vaststellen waarvan we niet weten of de provincie deze accepteert en we dus ook juridisch niet weten of deze stand zal houden is een vreemde en onwenselijke zaak. Bovendien wordt in deze nieuwe visie een generaal pardon gegeven aan de overtreders van de huidige visie en zij worden voor hun bewuste overtredingen dus beloond. We begeven ons bestuurlijk hiermee op een hellend vlak. Of een bedrijf overigens nu 1 persoon in dienst heeft of 50 en meer, mag wat mij betreft, voor de uitvoering en handhaving van regels geen enkel verschil maken. Waarom deze aantallen door de wethouder dus genoemd werden, is mij niet helemaal duidelijk.

De VVD is een liberale partij en is tegen te veel regelgeving en regels die we niet willen of kunnen handhaven moeten we schrappen. Vanuit deze liberale insteek is mijn partij uit principe voorstander om de vestiging van detailhandel vrij te geven en het aan de ondernemers zelf over te laten waar zij hun nering willen bedrijven. Ook wat betreft de verkoop op zondagen vinden wij dat de gemeenten hierin een ondergeschikte rol moet spelen en dit over moet laten aan de ondernemers zelf.  

De politieke realiteit in Twenterand is echter dat er voor deze liberale uitgangspunten tot op dit moment nog geen politiek draagvlak te vinden is en bovendien is het detailhandelsplatform namens meer dan 200 ondernemers niet echt voorstander van een verruiming van de regels voor detailhandel op bedrijfsterreinen. Daar hebben we als lokale partij dus mee te maken en dat is voor de VVD Twenterand totaal geen probleem. Onze prioriteit ligt namelijk in Twenterand en niet in Den Haag. De handelswijze van het college in het verleden zet ons nu dus voor het blok of met de rug tegen de muur en dat voelt beslist heel onprettig. Beslist slordig was overigens dat er een onjuiste concept visie bij de stukken was aangeleverd, waardoor de tweede termijn over dit belangrijke onderwerp verdaagd werd. Tsja….er is wel meer fout gegaan in dit dossier dus dit kon er nog wel bij. De tweede termijn werd hierdoor dus verdaagd en dat vond ik best jammer., ik had nog wel een aantal vragen richting mijn collega's en de wethouder en het moment was er rijp voor. Op een volgend moment direct met een tweede termijn beginnen is toch anders. De wethouder moet echter beslist gaan bewegen op het gebied van de handhaving en duidelijke toezeggingen gaan doen. De inwoners, waaronder de ondernemers moeten weten waar ze nu aan toe zijn bij deze gemeente. Als de wethouder dit niet kan toezeggen moet je de vestiging van detailhandel op bedrijventerreinen maar helemaal vrijgeven. Terug naar de voorwaarden uit de oude visie en hierop gaan handhaven is een soort  mission impossible en dat loopt vaak alleen in films goed af, dat mag dit college zich echter volledig zelf aanrekenen. Wat hebben regels die je toch niet wilt handhaven echter voor zin? Dan worden het weer chaotische toestanden, waar de brutalen het voor het zeggen krijgen. Ik wil dit, namens mijn partij beslist voorkomen. Hopelijk dat de tweede termijn het standpunt van de wethouder nog kan beïnvloeden, zij heeft eerder laten blijken dat ze best oren heeft voor goede argumenten. We gaan het zien, maar zeker is dat ik er op dit moment nog niet uit ben. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten