Het college zet volledig in op burgerparticipatie en verlangt best
veel van onze inwoners, maar geeft tevens aan ook open te staan voor
overheidsparticipatie, waarbij de initiatieven van de inwoners zelf uitgaan en
het college deze vervolgens faciliteert. Dit zijn allemaal zaken waarin ik het
college volledig steun, maar dan moet je deze uitgangspunten natuurlijk in de
praktijk wel waarmaken, want participeren moet uiteraard van twee kanten komen.
Wat ik in het kader van deze (overheids)participatie dus niet
begrijp is dat dit college een wens van Ondernemend Vroomshoop om het effect
van koopzondagen te onderzoeken volledig naast zich neer legt. Ondernemend
Vroomshoop bestaat uit een zeer groot en dus representatief aantal ondernemers,
die gedurende een jaar door het organiseren van maximaal 4 tot 6 koopzondagen
de effecten hiervan in kaart willen brengen. De ondernemers zijn niet alleen
van plan hun winkels op deze vier tot zes zondagen open te stellen, maar
rekening houdend met kerktijden, het voor het winkelend publiek zo aantrekkelijk
mogelijk te maken het centrum van Vroomshoop te komen bezoeken. Uiteraard komen
deze activiteiten volledig voor rekening van de ondernemers zelf.
Deze ondernemers zijn zeker niet allemaal op voorhand al
voorstander van een definitieve invoering van koopzondagen, maar zijn wel
eensgezind in hun wens om dit te willen onderzoeken door middel van een pilot.
Na de evaluatie van deze pilot kan een nieuw college in nauw overleg met Ondernemend
Vroomshoop met een gefundeerd raadsvoorstel komen over de invoering van
koopzondagen in Vroomshoop, of het wordt duidelijk dat de tijd er nog niet rijp
voor is en dan komt er over dit onderwerp dus geen raadsvoorstel.
Aangeven als college dat je met de tijd mee wil gaan, houdt volgens mij
in dat je dit soort ontwikkelingen, die om ons heen al lang in gang zijn gezet,
in ieder geval zou moeten onderzoeken. Het college heeft het in de nieuwe
detailhandelsvisie over kansen en ruimte geven aan ondernemers, hoe kun je dan zo'n pilot weigeren? De wethouder gaf in het debat aan dat het college niet in
staat is geweest iets over de koopzondagen in de detailhandelsvisie 2017-2022 op te nemen en dat dit
alles te maken had met de politieke kleur van het college. Dat valt toch
moeilijk te verkopen om maar even bij het onderwerp detailhandel te blijven. Het standpunt van de SGP is natuurlijk duidelijk en dat resepcteer ik, maar hoe zit dit bij de CDA wethouders en bij mevrouw van Abbema (CU) zelf? Of
de, ook politiek gekleurde, raad op basis van deze aangedragen argumenten
hiertoe wel in staat is vraag ik mij overigens af, maar het is politiek zeker interessant
om hier eens achter te komen. Het standpunt van mijn partij over koopzondagen is bekend: Deze
keuze moet je aan de ondernemers zelf overlaten. Zo liberaal zijn we in
Twenterand nog niet, maar wat niet is kan nog komen en na 21 maart 2018 wordt duidelijk hoe liberaal Twenterand de komende vier jaar zal zijn. Als ondernemers echter in
het kader van overheidsparticipatie vragen om een pilot om ook hun eigen keuze
beter en meer gefundeerd te kunnen nemen zouden er toch ook voor 21 maart 2018 meerdere partijen moeten
zijn die zo'n onderzoek mogelijk willen maken? Participatie wordt namelijk breed gedragen in
onze huidige gemeenteraad, of geldt dit voor de meerderheid alleen bij onderwerpen met de juiste
politieke kleur? Ik heb overigens ook wel eens de volgende tekst voorbij zien komen 'Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede". Ik zal één van mijn collega's in de raad, die hier wat meer verstand van heeft, eens vragen hoe ik deze tekst hier moet interpreteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten